– Themadienst over het tiende gebod: ‘Twee soorten verlangens’

Heb je wel eens gehoord van de heilige Antonius? Hij was de vader van de kluizenaars in de Egyptische woestijn (251-356). Toen hij 20 jaar was, hoorde hij een preek over de rijke jongeling die diepe indruk op hem maakte.
Hij besloot Jezus radicaal te gaan volgen. Hij trok zich terug van de mensen, eerst aan de rand van zijn dorp, later in een grafspelonk, tenslotte in de woestijn. Hij wilde volmaakt worden, geen zonde meer doen.
Lukte hem dit ook, kon hij de zonde ontvluchten? Zijn biograaf vertelt ons dat het hem niet lukt zijn begeerten het zwijgen op te leggen. Hij begeert contact met andere mensen, hij begeert over geld te beschikken, hij voelt verlangen naar eten en drinken.

Wat heeft dit verhaal ons te zeggen? Dit: dat je als mens nooit de zonde ontlopen kan. Vooral niet de zonde die wordt aangeduid in het tiende gebod: ‘u zult niet begeren’.
Nu is het tiende gebod niet gericht tegen elk verlangen om iets te krijgen. Je mag verlangen naar eten en drinken, naar liefde en geborgenheid, naar een bepaalde baan of positie.
Het richt zich tegen het verkeerde, zondige verlangen. Dat je niet kijkt naar wat je hebt en wie je bent en daar tevreden mee bent, maar dat je je focust op wat je niet hebt en op wat je niet bent. Dat is bij ons mensen de oerzonde, net als bij het eerste mensenpaar Adam en Eva.

Lees ter voorbereiding alvast Jozua 7:19-26, Romeinen 7:7-26 en zondag 44 uit de Heidelbergse Catechismus door aan de hand van de volgende vragen:

  1. Niet begeren gaat over begeren dat schadelijk is voor je naaste. Wat vind je daarvan? Maak een vertaling naar de drie gebieden die Exodus 20:17 noemt: huis, personeel, vee.
  2. Het tegenovergestelde van begeren is tevreden zijn. Lukt het je om tevreden te zijn met wat je van God ontvangen hebt? Kan de drieslag danken/genieten/vertrouwen je daarbij helpen?
  3. Hoe zouden we elkaar kunnen helpen bij de groei in de vernieuwing naar Gods beeld?