Gepubliceerd: 01 maart 2015

Kunt u het bewijzen? Catechisanten stellen deze vraag regelmatig. Is Jezus de Zoon van God? Is Hij echt opgestaan uit de doden? Hij is ten hemel gevaren en komt weer terug? Jezus is de enige weg tot redding! Wie bewijst dat? Zouden al die andere godsdiensten ook niet een beetje gelijk kunnen hebben? De waarheid zal wel in het midden liggen. 

Of ik het bewijzen kan?

Tijdens een catechisatie over de opstanding hebben we een paar dingen uit de Bijbel onderstreept. Hij is aan velen verschenen: aan Maria alleen (zonder getuige), aan discipelen zonder Thomas, aan discipelen in het bijzijn van Thomas, zelfs een keer aan vijfhonderd broeders tegelijk. Ook vonden wij het heel opvallend dat de soldaten op Paasmorgen verschrikt naar de stad vluchten en daar hun verhaal deden. Ze kregen vervolgens veel geld om te vertellen dat de discipelen het lichaam hadden gestolen terwijl zij sliepen. Maar als zij sliepen, hoe konden zij dan zien wie dit heeft gedaan? Blijkbaar waren de feiten zo hard, dat met veel geld en grove leugens het Paasevangelie in de kiem gesmoord moest worden. 

Bewijzen kan ik het niet, maar deze getuigenissen zijn toch wel sterk. 

Vervolgens spraken wij tijdens de catechisatie over de hemelvaart van Jezus. Wij geloven dat Hij ten hemel gevaren is en in de hemel bidt, ruimte schept en regeert. Maar hoe weet je dat nu zeker? Weer kwam het op ‘geloven’. Geloof in een hemelse Christus die weer terug komt? 

Geloven lijkt juist iets van onzekerheid. Dat is een misverstand. In ons gewone taalgebruik gebruiken wij het woord geloven wanneer wij niet helemaal zeker zijn. Zoals in ‘ik geloof dat het morgen mooi weer wordt!’ In de Bijbel is geloof echter heel sterk: een bewijs van zaken die je niet ziet en de grond van dingen die men hoopt. Hebr. 11:

¹ Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. ² Hierdoor immers hebben de ouden een goed getuigenis gekregen.

Die zekerheid heeft alles te maken met het werk van de Heilige Geest. Geloof en zekerheid zijn het werk van de Geest van Christus. Dat is niet uit te leggen, maar dat ervaar je. Allerlei Bijbelwoorden en getuigenissen werken daaraan mee en het is de Heilige Geest Die overtuigt. Velen aten van de broden bij de vermenigvuldiging, maar vervolgens geloofden zij, terwijl ze het teken gezien hadden, toch niet in Jezus, Die het Brood des levens was. Zij misten die overtuiging door de Geest op dat moment. 

Jezus is de enige weg tot zaligheid en Hij vraagt om geloof, om je hart. Hij vraagt om alleen op Hem te vertrouwen. Hij is een unieke Zaligmaker, anders dan alle anderen ons beloven. Wezenlijk anders. Een unieke weg.

Er is geen andere Naam gegeven, dan die van Jezus. 

Bekend is het volgende verhaal: De man in de put

“Ik was in een diepe put gevallen en ondanks verwoede pogingen lukte het mij niet om er uit de komen.
Confucius, een wijze leraar, kwam voorbij en zei: Mijn zoon, als je mijn lessen had gevolgd, zou je nu niet in die put zijn gevallen. Dat weet ik, antwoordde ik, maar daar heb ik nu niets aan. Help mij, dan zal ik uw voorschriften nakomen. Maar Confucius vervolgde zijn weg en liet hem in wanhoop achter. Toen keek Boeddha over de rand van de put. Hij kruiste zijn armen en zei: mijn zoon, als u alleen maar uw armen kruist, uw ogen sluit en in een toestand van volmaakte rust en onderwerping komt, zult u het Nirwana bereiken. Als u onverschillig bent tegenover alle uiterlijke omstandigheden vindt u de eeuwige rust. Verlos mij, vader, zei ik, en ik zal doen wat u beveelt. Maar Boeddha draaide zich om en ging weg.

Met driftige stappen kwam vervolgens Mohammed dichterbij. Man, ga niet zo tekeer, riep hij. Je zit daar wel akelig. ben je soms bang? Niet bang zijn. Het is de wil van Allah dat je in de put bent gevallen. Verzet je niet tegen zijn wil. Bedenk dat goed! Zeg slechts: Allah is groot en Mohammed is zijn profeet. Blijf die belijdenis uitspreken totdat je mond voor eeuwig gesloten wordt. En ook Mohammed redde mij niet. Toen klonk er een andere stem: Mijn zoon! Toen ik omhoog keek, zag ik de Heere Jezus. Zijn gezicht straalde vol liefde en tederheid. Geen verwijt kwam over Zijn lippen. Meteen daalde Hij in de put af, sloeg Zijn armen om mij heen, tilde mij uit de put omhoog en zette mij op de grond. Hij trok mij mijn vuile kleren uit en kleedde mij met Zijn eigen kleed. Hij stilde mijn honger en zei tegen mij: Volg Mij en Ik zal je voortaan leiden en je voor vallen bewaren."

Jezus zegt: Ik ben de Weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij!

Ds. F. van Roest