Wilt u eens uitleggen hoe het zit met de uitverkiezing? Die vraag stelde een catechisant. Ik wil gewoon weten hoe het zit. Je hoort van alles, maar wat zegt de Bijbel daar nu over? Staat het wel in de Bijbel? Wat heb ik er aan? Is het iets dat wij beter niet kunnen benadrukken?

Wie worden er zalig en wie niet? Een vraag die steeds weer gesteld wordt. Heel veel mensen zitten daar niet zo over in. Maar binnen de gemeente, juist zij die een teer geloof hebben, wel.

Ik heb alle teksten uit het Nieuwe Testament waar het woordje ‘(uit)verkoren’ staat met elkaar vergeleken. Als je dat doet, blijkt dat Jezus Zelf veelvuldig hierover spreekt.

  • Israël is Zijn uitverkoren volk (Hand 13,17)
  • De christelijke gemeente heet een uitverkoren vrouw (2 Joh.1,1) en een uitverkoren geslacht (1 Petrus 2,9)
  • Hij kiest mensen uit om Zijn discipelen of apostel te zijn (Joh.7,60 en Hand.1,2)
  • Uitverkiezing betekent ook dat Jezus mensen uit een groter geheel weg roept. Hij roept hen uit de wereld weg. Hij trekt hen als het ware er uit (Johannes 15,19)
  • De uitverkorenen vormen een minderheid in vergelijking met hen die Hij geroepen heeft. Het zijn er minder: ‘weinig’ (Math.20,16)
  • Uitverkiezing heeft ook te maken met een bijzondere roeping, zoals bij Paulus (Hand 9,15). Hij is uitverkoren om apostel der heidenen te zijn.
  • Hij kiest ook in het bijzonder hen uit die zwak zijn en geen naam hebben (1 Cor.1,27). Hen spreekt Hij zalig.
  • Jezus Zelf heet de uitverkoren Steen, de Hoeksteen (1 Petrus 2,6.9), helaas door de mensen verworpen.

God de Heere blijkt dus een God te zijn, Die mensen en dienaren uitkiest, niet omdat zij daar voor in aanmerking komen, maar omdat Hij hen genade wil bewijzen. Hij roept er op die wijze veel, maar minder geven gehoor en blijken daadwerkelijk tot geloof te komen. Hij is ruim in het roepen. Helaas leggen velen de roep naast zich neer.

Hoe kan de Heere God genadig zijn? Hij is genadig om Jezus wil. Hem heeft de Vader uitgekozen om mensen die verloren waren te redden. De Vader vraagt aan die mensen om in Jezus te geloven. Wie in Hem gelooft, blijkt een uitverkorene te zijn en deelt in de genade van het eeuwige leven.

Dat God mensen wilde redden na en van de zonde, heeft Hij Zich al voorgenomen in de eeuwigheid. Lees maar mee:

Efeze 1:4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde.

Die roeping had een doel. Een leven in genade en liefde, delen in het heil en de zaligheid. Nu komt het mooie, opvallende en hetgeen telkens weer vragen oproept: nergens in het Nieuwe Testament wordt iemand opgeroepen om te weten te komen of hij of zij uitverkoren is. Wel worden wij opgeroepen te geloven in Hem Die uitverkoren en kostbaar was bij de Vader. Wie in Jezus gelooft, wordt zalig. Wie in Hem gelooft is een verkorene. Hem/haar trekt hij uit de wereld van zonde en ongerechtigheid (‘aards gedruis’) en doet Hij bij Hem wonen.

Een ieder die gelooft, blijkt een uitverkorene. Zij verwonderen zich over het feit dat God het steeds weer op hen gemunt heeft en dat Hij door de Geest hen daadwerkelijk het geloof geeft.

Als God de Vader in Christus niet de deur had geopend, was er voor niemand een mogelijkheid geweest om gered te worden. De Vader verkiest om Jezus wil allen die in Hem geloven. Uitverkiezing is een geweldige troost. De deur naar de zaligheid klapt er niet door dicht, maar gaat er juist door open. Geloof in Hem, en je zult zalig worden.

Een stroom van ongerechtigheden Had d' overhand op mij; Maar ons weerspannig overtreden Verzoent en zuivert Gij. Welzalig, dien Gij hebt verkoren, Dien G' uit al 't aards gedruis Doet naderen en Uw heilstem horen, Ja, wonen in Uw huis.

Ds. F. van Roest