Meditatie
(inleiding 8 oktober jl. gemeenteavond in de Vinkenhof)
-
Een kwetsbaar verhaal
Met nabestaanden, partners, kinderen, familie en bekenden ben je met zorg bezig met iemands uitvaart. Bij de begrafenis moet iets gezegd worden over de overledene en ook iets over zijn/haar geloof. Soms is er een helder verhaal, want de overledene getuigde van zijn/haar leven met de Heiland en is ingegaan in de vreugde des Heeren. Soms is die helderheid er niet en worden herinneringen opgehaald en allerlei woorden, opmerkingen, gedachten en ervaringen worden bij elkaar gesprokkeld als de stukjes van een puzzel. Tenslotte komt er dan toch nog iets uit van ‘geloof’ en van ‘hemel’. Dit stemt tot nadenken. Wat geloof ik over de hemel? Een persoonlijk vraag en een persoonlijk antwoord. Het lijkt een kwetsbaar verhaal te worden, maar gelukkig hebben deze dingen volkomen zekerheid op goede gronden. -
De verlichting maakte veel donker (einde 18e eeuw)
Voltaire (1694-1778), de beroemde schrijver en satiricus kwam op een vreselijke manier aan z'n einde. Zijn verpleegster zei: 'Voor al het geld van de wereld wil ik geen ongelovige meer zien sterven!' Hij schreeuwde de hele nacht om vergeving.
Goethe (1749-1832 - hij riep bij zijn sterven ‘meer licht’) stelde dat Voltaire de aanstichter was van de Franse Revolutie, omdat hij de oude banden van de mensheid zou hebben losgemaakt.
Hoe denk ik in de moderne / postmoderne tijd. Sinds de Franse revolutie denk ik na met mijn (beperkte) verstand, maar door Woord en Geest word ik overtuigd van een werkelijkheid, de hemel, waar ik op goede (Bijbelse) gronden alleen maar van dromen kan. Mij de hemel voorstellen, kan ik niet. Wie ben ik? Maar ik geloof in de hemel omdat ik geloof in Jezus, Die de eerste Hemelburger is, de Eersteling. -
Ik geloof dat de Bijbel het Woord van God is
De Heilige Geest heeft door mondelinge traditie en het op schrift stellen van woorden van God op een bijzondere wijze gezorgd dat wij weten van schepping, zonde, genade en herschepping.
Zo weten wij, met de hand op de schrift, ook van hel en hemel. Alleen al in het Evangelie van Mattheüs komt de hemel 70 keer ter sprake. In 45 van de 66 Bijbelboeken gaat het expliciet over de hemel. Ik begrijp niet alles. Ik kan me ook van heel veel dingen geen voorstelling maken. Dat heeft te maken met mijn beperkte en bovendien door de zonde verduisterde verstand. De Bijbel is voor mij een objectieve bron. Telkens als er in de Bijbel iets oplicht van de hemel, word ik blij door dit hemelse licht als een glimlach van God in onze (mijn) duistere wereld. -
Door de zonde is alles verdorven, maar wie gelooft komt in de hemel
Het begin van de Bijbel vertelt mij, dat alles goed was en van de mens werd gezegd: zeer goed. Maar door onze ongehoorzaamheid is de totale schepping geschonden, ook mensen (beelddragers van God), ook ik. Als ik niet verander, blijf ik zoals ik ben en komt het niet goed. Kan ik dan veranderen? Ja, iedereen die in de beloofde Messias geloofd, wordt zalig. Daarvoor heeft de Vader Zijn eigen Zoon in de wereld gezonden. De zonde maakt scheiding en daardoor is de bestemming van de mens tweeërlei: hemel of hel. Maar…zo lief heeft God de wereld, u, jou en mij, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Dit Evangelie heft de scheiding op. -
Jezus is helder over de hemel en de heerlijkheid
De rijke man en de arme Lazarus (Lukas 16,19-31). Jezus schildert in dit verhaal dat de een de hemel erft en de ander pijn leidt in de hel, nl. degene die een leven lang God niet nodig heeft. De tijd van genade is hem/haar voorbij. Het doet er dus toe hoe je leeft met je naaste en met God, je Schepper.
Vlak voor Zijn dood, hangend tussen twee ter dood veroordeelden, zet Jezus voor de berouwvolle mede-veroordeelde de hemel open (Lukas 23,43): ‘heden zult u met Mij in het paradijs zijn!’ Dit is geen beeldspraak, maar spreekt boekdelen. Het zijn bijna Jezus laatste woorden. Ze klinken nog na, nadat Hij is gestorven.
In Mattheus 25 spreekt Jezus over het laatste oordeel. Het gaat er om, dat wij de dingen die wij doen, doen door het geloof in de Heere Jezus. Dan zullen wij delen in de hemelse zaligheid. Mat. 25,40: ‘En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan’. Dat is overigens geen verdienmodel, maar genade. Heel mooi kun je dus de hemel allesomvattend omschrijven: ‘Met Jezus zijn!’
Paulus weet heel zeker over zijn bestemming te schrijven: ‘als zijn aardse huis gebroken wordt, heeft hij een gebouw van God, eeuwig in de hemel (2 Cor,5,1)’. Dit is niet door vlees en bloed geleerd, maar door de Heilige Geest. -
De Heilige Geest als een zesde zintuig
Het lijkt er wel op dat je voor het besef van de hemel een bijzonder zesde zintuig moet hebben. Bijzonder, ja, maar ook weer niet zo onbekend. In dit verband wordt gesproken over een zesde zintuig. Paulus bediende zich daarvan op de Areopagus, geleid door de Geest. In 1 Cor. 2,14 schrijft hij: ‘Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die van de Geest van God zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden’. De eeuwen door hebben mensen in het geloof zicht op de hemel gehouden, ook toen er veerdrukking, vervolging, gevangenschap en marteling was. Dat was niet anders mogelijk, dan dat zij in het goof een andere werkelijkheid zagen. Stefanus getuigt er van dat hij, terwijl hij werd gestenigd, de hemel geopend zag. Die troost willen wij hem postuum toch niet ontzeggen. Het geloof waarmee ik in de hemel geloof is geen vorm van fundamentalisme, maar een overtuiging door de Geest bij het horen van de Schrift. -
Wat valt er verder over de hemel te vertellen (maar er is veel meer)?
-
In de hemel wordt eeuwig gezongen? Zingen is een teken van vreugde. In de hemel is er louter vreugde, maar dat is meer dan een eindeloos concert. Van deze jubelende vreugde kunnen we ons geen voorstelling maken. Wat in geen hart is opgekomen. Alles is nieuw en alles is ook anders dan op aarde.
-
In de hemel is herkenning? Ja en meer dan dat. De Hebreeënbrief spreekt over een wolk van getuigen (de gelovigen die reeds ingegaan zijn in de heerlijkheid van de hemel) die als op een tribune allen die nog in de strijd zijn aanmoedigen. Zo en nog heerlijker moeten wij ons dat voorstellen. Wij zullen oude bekenden weer zien: Abram en Paulus. Maar het draait niet om hen en herkenning. Samen aanbidden allen die de Zijnen zijn het Lam, dat op de troon zit.
-
In de hemel is harmonie, sjaloom. Allen die de Heere Jezus volgden op deze aarde oefenden zich in het liefhebben van vijanden en het vergeven van de zonden aan elkaar. In de hemel is die liefde volkomen en alle zonden zijn verdwenen als sneeuw voor de zon. Volkomen gerechtigheid. Wat geen oor heeft gehoor, geen oog heeft gezien en in het hart van mensen nooit is opgekomen.
-
Waar is die hemel? Hemel en aarde worden vernieuwd en de hemel daalt neer. Het is niet voor te stellen. Allen die in de Heere Jezus geloofden van alle tijden zullen op die nieuwe aarde in die nieuwe kosmos een plekje krijgen, een plekje dat past en waar hij of zij tot hun recht komen. Wij vrezen een logistiek probleem. Wees niet bang. Onze God voert heerschappij. Alles is in Zijn hand tot in eeuwigheid. We kunnen het ons niet voorstellen. Geen oor, geen oog en geen hart kan dit bevatten. Maar het is beloofd. Alles wordt nieuw.
-
Voor wie is er ruimte in de hemel? In het Vaderhuis zijn vele woningen (Joh.14,6) en niemand komt tot de Vader dan door de Zoon. Maar iedereen die in Hem gelooft, heeft in Hem toestemming, ruimte, vrede en toekomst voor eeuwig. Altijd bij Hem zijn. Hij is de Weg. Het wordt een menigte die niemand tellen kan. Wie precies? Wij gaan daar niet over. Hij kent degenen die de Zijnen zijn.
-
Het lijden is in de hemel voorbij? Allen die geloven worden opgewekt in onvergankelijkheid en het lijden gaat over in heerlijkheid, die met niets te vergelijken is. Onverderfelijk en onvergankelijk. Er is alle reden om er naar uit te zien, met hartstochtelijk verlangen. Eindelijk geen tranen meer en pijn. Je kunt het je nu niet voorstellen.
-
Paulus verlangt om ontbonden te zijn en met Christus te wezen. De martelaren onder het altaar roepen ook: hoe lang nog? Dat mag dus, verlangen. Dat verlangen wordt door geloof en hoop gewekt en versterkt, in het bijzonder in tijden van zorg, spanning en lijden. Het maakt ons niet tot mensen die de wereld mijden, maar wel tot mensen met visie en stellige verwachting. Hoop doet leven. Eenmaal zal ik altijd met de Heere zijn.
-
Die hemel, is dat nu wel allemaal zeker? Gegarandeerd? Ja, want 1 Cor.15 vertelt mij:
19 Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. 20 Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. 21 Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. 22 Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 23 Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. 24 Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. 25 Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. 26 De laatste vijand die tenietgedaan.
Ds. F. van Roest
Pagina 92 van 108