Meditatie

Gods werk in het leven van Timotheüs
En hij kwam in Derbe en in Lystre aan. En zie, er was daar een zekere discipel van wie de naam Timotheüs was, de zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader; van wie een goed getuigenis gegeven werd door de broeders in Lystre en Ikonium.
Handelingen 16:1-2

In 1 Petrus 1 vers 23 wordt het levende en eeuwig blijvende Woord van God het zaad van de wedergeboorte genoemd. 

Toen ik recent over deze tekst preekte heb ik gezegd dat de Heere God meestal zo werkt dat Hij mensen opnieuw geboren laat worden door het horen van Zijn Woord. Maar in die preek heb ik tussen neus en lippen door ook opgemerkt dat sommige mensen al van jongs af aan opnieuw geboren kunnen zijn. 

Nu was ik daarin misschien niet zo duidelijk en daarom wil ik daar nog enige aandacht aan geven. 

Sommigen worden als kind opnieuw geboren. Dat kan zelfs al gebeuren vóór de geboorte. Je kunt dus zelfs opnieuw geboren zijn zonder geboren te zijn. In de preek verwees ik naar de geleerde predikant Wilhelmus à  Brakel (1635-1711) die een dik boek geschreven heeft met de titel: "De redelijke godsdienst." Het is onlangs trouwens in een hertaling in modern Nederlands uitgekomen. Hint, hint! 

Hij schrijft in dit boek onder andere: "Een kind, vóór het gebruik van het verstand (uitverkoren en in Christus verzoend) kan door de almachtige kracht van God, zonder het middel van het Woord, bekeerd en veranderd, en in de natuur geheiligd worden." Hij wijst daarbij op Johannes de Doper die (ongeboren) in zijn moeder al opsprong toen hij de groet van Maria hoorde (Lukas 1:41-42).

Brakel schrijft verder: "De ervaring leert, dat kinderen van drie, vier, vijf en zes jaren opnieuw geboren worden. Zij kunnen uit het onderwijs dat ze krijgen tot de kennis van Christus komen en door de Heilige Geest tot het geloof en de bekering bewerkt worden. Ze laten zien dat ze God op het oog hebben, dat ze bang zijn om te zondigen. Ook worden ze verschrikt als ze gezondigd hebben en ze zoeken dan verzoening en hebben daarbij het oog op het lijden van de Heere Jezus Christus. Ze hebben een kinderlijke strijd. Ze worden ook blij in God. Sommigen houden daar ook herinneringen aan uit hun jeugd, zelfs wel heel hun leven.
Als ze opgroeien gaat het met deze kinderen niet altijd hetzelfde. Sommigen gaan rustig zoetje verder en met de jaren groeit het licht dat ze hebben, hun geloof en hun heiligmaking. Het zij met meer of met minder strijd. Met meer of minder donkere periodes in hun leven, of momenten waarop ze struikelen. Anderen hebben grote tussenpozen, die wel zó hoog gaan en zó lang duren, alsof ze nooit genade hebben gehad, ten minste zo lijkt het van buiten, maar van binnen blijft wel Gods werk, het overtuigend licht, een bezwaard geweten..."

Tot zover à  Brakel, hoewel hij hier nog veel meer over schrijft. 

Vanuit de preken over Petrus is het ons wel duidelijk geworden dat we allemaal opnieuw geboren moeten worden. Dat heeft de Heere Jezus zelf gezegd: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien" (Johannes 3:3). 

Uit het bovenstaande blijkt wel dat de tijd of de manier waarop mensen opnieuw geboren worden dus wel verschillend kan zijn. Als je mensen vraagt hoe dat ging in hun leven dan hoor je verschillende verhalen.
Daar zullen zeker dezelfde elementen in terug komen. Zo zul je horen over het ontzaglijke van zonde, schuld en verlorenheid maar ook van het geloof in de Heere Jezus Christus. Al zal de één er meer en duidelijker over kunnen spreken dan de ander. Maar de manier waarop ze tot de Heere Jezus kwamen kan wel verschillend zijn. 

In Handelingen 16 gaat het over Timotheüs, Lydia en de gevangenbewaarder. Drie mensen die door de Heilige Geest bekeerd werden. De Heere opende het hart van Lydia toen ze naar een preek van Paulus luisterde. Een groot wonder! Maar het ging er eigenlijk heel rustig en eenvoudig aan toe. De cipier was in een toestand van radeloosheid en vroeg uit de nood van zijn bestaan: "Heren, wat moet ik doen om zalig te worden?"
En Timotheüs? Hij was van huis uit grootgebracht met de Bijbel en kwam geleidelijk tot de kennis van God en van de Heere Jezus.

Een predikant uit onverdachte hoek, ds. A.T. Vergunst, schrijft hierover het volgende:
"Wat een groot voorrecht als je later mag terugkijken op je jeugdjaren en dan mag zien hoe het kwam dat je hart naar de dienst van de Heere verlangde. Er zijn er die niet weten van een andere tijd in hun leven. Die kunnen niet zeggen wanneer het nu eigenlijk precies begonnen is of hoe het precies gegaan is. Dat wist Timotheüs ook niet te vertellen. Hij wist wel te herinneren wat voor een jongen hij was toen hij opgroeide.
Toen herkende hij niet zozeer dat het Gods werk was. Daar was hij nog te jong voor. Waarschijnlijk kon hij het niet eens een naam geven. Misschien dacht hij zelfs wel dat alle kinderen die betrekking tot God en dat verlangen om in Zijn wegen te wandelen bezaten. Later heeft hij mogen zien dat het Gods hand was die hem trok en uiteindelijk aan de voeten van de Heere Jezus bracht."

In hoeverre dit klopt als het over Timotheüs gaat weet ik niet, maar het zou goed zo gegaan kunnen zijn! Vergunst vervolgt dan:
"Zou de Heere nog zo werken, zoals Hij dat deed in Timotheüs' leven? Ongetwijfeld! Veelal mogen zulke jongeren opgroeien in gezinnen zoals in Timotheüs of Samuëls situatie. Van hun jonge jaren af ligt er al een betrekking op de Heere. De trek naar God, die liefde voor Zijn dienst, en strijd tegen de zonde waren aanwezig zolang de herinnering strekt. Er zijn veel voorbeelden waar de Heere zaligmakend begint te werken in de jonge jeugdjaren en bij wie het langzamerhand tot duidelijkheid komt als het kind tot de volwassenheid groeit. Achteraf mogen zulke mensen dan Gods hand in hun jeugdjaren erkennen die hen in het opgroeien trok.
Het werk van de Heilige Geest komt ook openbaar in het kind maar natuurlijk wel anders dan in de volwassen persoon. Een kind blijft een kind, ook in de uitdrukking van de beleving van het werk van de Heilige Geest. Wat zijn nu de kenmerken van Gods werk in kinderen die ook zeker in Timotheüs aanwezig geweest zullen zijn?
Daar is gewoonlijk een grote teerheid van het geweten; een eerbiedige en kinderlijke erkenning van de onzichtbare God; een gevoelige indruk van de macht van God; een kinderlijk vertrouwen op Gods Woord; een vertederende oprechtheid, openheid en getrouwheid in het gebed; een zachtmoedig en teer karakter; een verlangen om over God te horen en naar de kerk te gaan; een eerbiedig ontzag voor Gods en voor de dingen van God; een verdrietig zijn als zij zelf of andere kinderen ondeugend zijn; een trouwe gehoorzaamheid aan de ouders; een ongewone gewilligheid om de minste te zijn, om dingen met anderen te delen, en om te helpen. Nee, dat betekent niet dat ze nooit ondeugend zijn. Het blijven ook zondige kinderen."

Wat ik mooi vind uit dit stuk is dat hierin wel blijkt dat het werk van God geen massaproductie is waarbij iedere bekering in een mal gewrongen moet worden. De Heere werkt met ieder mens op een manier die past bij de persoon: bij de één geleidelijk, soms al van jongs af aan, bij de andere heel plotseling en met een totale omslag, zoals bij Paulus. Waarbij Paulus trouwens ook van jongs af met de Bijbel opgevoed was, maar bij hem had het blijkbaar niet geleid tot tere vreze Gods maar tot een keiharde godsdienstigheid en verzet tegen de Heere Jezus. 

Kortom de manier waarop wij tot geloof, wedergeboorte en bekering zijn gekomen is niet het belangrijkste. Als het maar gebeurd is en als wij maar weten van Gods werk in ons hart en ons hart daardoor in geloof uitgaat naar de Heere Jezus.
Dat geve de Heere ons allen.

J.A.J. Pater