Meditatie
- Geschreven door H. Gerritsen
Drie keer per jaar zullen alle mannen onder u, verschijnen voor het aangezicht van de HEERE, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen: op het Feest van de ongezuurde broden, op het Wekenfeest en op het Loofhuttenfeest.
Deuteronomium 16:16a
Over het algemeen krijgt Pinksteren in onze samenleving veel minder aandacht dan Kerst. De commercie heeft het Kerstfeest vrijwel volledig gekaapt. Dat lijkt ook steeds meer het geval te worden rondom Pasen. Maar met Pinksteren lijkt de wereld niet zo goed raad te weten.
Misschien geldt dat ook wel voor veel mensen die lid zijn van de kerk. Hoe beleven wij dit persoonlijk? Is Pinksteren voor ons even belangrijk als Kerst en Pasen?
Toch was Pinksteren of het Wekenfeest, zoals het ook wel genoemd werd, één van de belangrijkste en meest gewichtige feesten van het Oude Verbond.
In de tekst hierboven blijkt iets van de betekenis van Pinksteren onder het Oude Verbond. Er waren drie grote feesten waarvoor iedere volwassen Israëlitische man naar Jeruzalem moest gaan. Andere feesten konden de Israëlitische mannen in hun woonplaats houden, maar Pascha, Sjavoeot (het Wekenfeest of Pinksteren) en Soekot (het Loofhuttenfeest) vereisten allemaal een bedevaart naar Jeruzalem, de Stad Gods.
Deze pelgrimstochten waren ongetwijfeld tijden van grote blijdschap. Niet alleen omdat vrienden en familie de mogelijkheid hadden om elkaar te ontmoeten, veel belangrijker was dat het volk van het Verbond van de Heere samenkwam op één plaats om hun God te eren. Net zoals het volk verzameld was aan de voet van de berg Sinaï toen Israël van God de wet kreeg (Exodus 19-24).
Misschien is dit één van de redenen waarom het Wekenfeest dat oorspronkelijk een oogstfeest was, ook een moment van herdenken werd aan het ontvangen van de wet van God. Ongetwijfeld speelt hier ook in mee dat de volgorde Pascha, Sjavoeot, Soekot een weerspiegeling is van de historische volgorde van de uitleiding uit Egypte (Pascha) het ontvangen van de Wet (Pinksteren) en de tocht door de woestijn (Loofhuttenfeest).
Maar er zijn meer verbanden te trekken tussen de oogst en het schenken van de Wet. Het Wekenfeest was in eerste instantie een gelegenheid om de HEERE te danken voor Zijn gave van het graan. Graan, dat wij mensen hard nodig hebben om gevoed te worden en om in leven te blijven. Zo is ook de Wet van God nodig voor het volk van God om geestelijk gevoed te worden, in leven te blijven en te groeien en bloeien.
Pinksteren was dus het geschikte moment om je te verblijden in de openbaring van de Thora aan Mozes.
Maar… hoewel de Wet van God niet tegen de beloften van God in gaat, is de Wet op zichzelf niet in staat om ons levend te maken (Gal. 3:21). De Wet van God en Zijn gebod is heilig en rechtvaardig en goed (Rom. 7:12) maar het gebod dat tot het leven had moeten leiden bleek voor zondige mensen de dood te betekenen (Rom. 7:10). Door het gebod bleek de zonde uitermate zondig te zijn (Rom. 7:13).
Daarom heeft de trouwe God van het Verbond ook de dag van het Pinksteren uitgekozen om Zijn Heilige Geest uit te storten. Op het feest waarop het volk God dankte voor Zijn gaven van het graan en voor het geven van Zijn Wet, gaf de Heere ook de Geest die levend maakt (2 Kor. 3:6). Het is alleen door die Geest dat wij in Zijn geboden kunnen wandelen (Gal. 5).
In de Schrift wordt aan het Pinksterfeest ook de zorg voor de naaste, voor de armen en de vreemdelingen verbonden. In Leviticus 23:15 en verder wordt eerst gesproken over het vieren van het Pinksterfeest en dan wordt in vers 22 de zorg aan de armen hier als gebod aan toegevoegd: “Wanneer u de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw akker bij het binnenhalen van uw oogst niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u niet oprapen. U moet het laten liggen voor de arme en de vreemdeling. Ik ben de HEERE, uw God.”
Pinksteren is ook het feest van het uitdelen. De Heere Jezus deelt uit van de Geest die Hij verworven heeft. Pinksteren was onder het Oude Verbond ook een moment om naast de offers voor de Heere ook extra aandacht te besteden aan het voeden van de hongerigen en het kleden van de naakten. Dan kunnen wij toch na Pinksteren onder het Nieuwe Verbond niet minder vrijgevig zijn naar de Heere en naar mensen in nood, in het bijzonder broeders en zusters in Christus.Matthew Henry wijst erop dat onder het Oude Verbond niemand leeg voor God mocht verschijnen, maar
dat iedereen een offer moest brengen als blijk van afhankelijkheid van God en dankbaarheid aan Hem. Dat zo ons Pinksterfeest zal zijn! Het is zo makkelijk om te vergeten dat we al onze zegeningen van de Heere krijgen en Hem daarvoor te danken.
Wat een genade om te beseffen dat wij alles van Hem krijgen. Dat Hij het leven geeft, zowel het natuurlijke als geestelijk leven, dat Hij ons leven onderhoudt, zowel natuurlijk als geestelijk. We mogen God danken omdat Hij ons alles geeft wat wij nodig hebben. Hij schenkt ons onuitsprekelijke gaven, Hij schenkt ons Zijn Zoon en Hij schenkt ons Zijn Geest!
Met enkele aanpassingen overgenomen van de website van dr. R. C. Sproul (1939-2017) in leven predikant van de PCA (Presbyterian Church in America).
J.A.J. Pater
Pagina 65 van 108