Echt geluk

Maar de Heere Jezus zei: "Ja, zij zijn zalig die het Woord van God horen en het bewaren."
Lukas 11:28 

Door de mensheid van de Heere Jezus brak een heerlijke schittering van Zijn Godheid heen. Voor het natuurlijk oog was Hij gering en veracht. Maar uit de woorden die Hij sprak en de werken die Hij deed bleek dat Hij werkelijk de Zoon van God was.
Zelfs zijn vijanden moesten dat toegeven. Hun dienaars zeiden: "Nooit heeft een mens zo gesproken als deze Mens" (Joh. 7:46). Over de werken en wonderen die Hij deed werd gezegd dat ze vanaf het begin van de wereld niet gedaan waren. Dat zei de blindgeborene toen hij genezen was: "Door de eeuwen heen is het niet gehoord dat iemand de ogen van een blindgeborene geopend heeft" (Joh. 9:32).
Zijn wonderen wekten verwondering zelfs in de harten van hen die daardoor tot haat werden verwekt. In Lukas 11 vinden we het wonder dat Jezus de duivel uit iemand wierp die stom was, dat wil zeggen dat hij niet kon spreken. Dit wonder zorgde ervoor dat het gerucht over Christus ver verspreid werd.
Hoewel Zijn vijanden hierom de Godheid van Christus niet wilde erkennen, kwam er een jonge vrouw (zoals we in Lukas 11 lezen) die haar stem verhief en naar Hem riep: "Zalig is de schoot die U gedragen heeft, en zijn de borsten waaraan U gezogen hebt!"
Maar in plaats dat de Heere Jezus haar bedankte voor haar loftuiting bestrafte Hij haar eerder. En Hij zei tegen haar: "Ik zal u zeggen wie de zaligen zijn. Ja, zalig zijn degenen die het Woord van God horen en het bewaren."
De uitroep van de vrouw was een spreekwoord onder de Joden. Als iemand iets prijzenswaardigs gedaan had dan hadden ze de gewoonte te zeggen: Zalig is de buik die u gedragen heeft.
Uit deze algemene uitspraak kunnen we dit wel afleiden: dat goede kinderen een grote lof en zegen voor hun ouders zijn. Deze vrouw prees terecht de moeder van Christus, die een Zoon zoals Hij was gedragen had. Op meerdere plaatsen in de Bijbel lezen we dat die ouders een groot voorrecht gekregen hebben die gezegend zijn met wijze en godzalige kinderen.
Maar de Heere Jezus zegt: "Ja, zij zijn zalig die het Woord van God horen en het bewaren." Daarmee zegt Hij niet dat zijn moeder niet zalig was. Maar Hij wil de vrouw die tot hem riep leren wie er werkelijk zalig zijn.
De Heere Jezus neemt haar lof dus niet zomaar aan. Hieruit kunnen we wel leren dat we niet hoogmoedig moeten worden als we onszelf of de onzen horen prijzen.
Maria was een gelukkige vrouw omdat zij Christus op de wereld heeft gezegd. Zeker de gelukzaligste geboorte die er was. Maar een gelovige hoorder die Christus gehoorzaam is, is nog eerder zalig dan de maagd Maria was omdat ze Christus op de wereld gebracht heeft.
Hoe moet dit voor ons een aansporing zijn om het Woord van God te horen en om te doen wat we horen. Want zo doende zullen we zalig zijn. Ik zal hier een paar dingen opmerken over de manier van spreken die de Heere Jezus hier gebruikt.

Ten eerste: Er staat niet alleen dat zij zalig zijn die het Woord van God horen. Want er zijn veel soorten van hoorders die niet zalig zijn. Maar zalig zijn zij die Gods Woord horen en het ook bewaren. Die het in hun ziel opnemen, het één met hun ziel maken en zo veranderen en gaan lijken op wat het Woord van God zegt.
In Mattheüs 13 wordt duidelijk uitgelegd dat er in ieder geval vier verschillende soorten hoorders zijn, waarvan er drie de zaligheid niet krijgen. Alle hoorders krijgen de zaligheid niet, hoewel ze hetzelfde Woord van God horen. Niet het horen alleen, maar het bewaren en het onderhouden van het Woord van God maakt zalig.

Ten tweede: Merk op dat er ook niet staat: zalig zijn zij die het Woord horen en geloven. Hoewel dat ook waar is zegt Jezus dat toch niet. Misschien wel omdat mensen niet moeten menen dat ze door een geloof zonder daden zalig worden. Sommige mensen menen zelfs dat ze het horen van Gods Woord, het bidden en het ontvangen van de sacramenten niet nodig hebben omdat ze zonder dat ook wel kunnen geloven.|
Ten derde: er staat ook niet alleen dat mensen zalig zijn die het Woord van God doen. We kunnen het Woord van God namelijk niet doen als we het niet eerst horen. Sommige mensen denken dat ze toch zo slecht niet leven. Sommige denken zelfs dat ze een heel eind op weg zijn met het doen van de geboden van God. Maar het komt alleen maar omdat ze het Woord van God niet horen. Dan zouden ze wel ontdekken dat het er toch iets anders voorstaat in hun leven. De Heere Jezus zegt daarom dat zij pas zalig zijn die het Woord van God horen en het bewaren.

Ten vierde: er staat ook niet dat zij die het Woord van God horen en bewaren zalig zullen worden. Nee, er staat dat zij zalig zijn! U bent niet pas zalig als u in de hemel komt, maar terwijl u het Woord van God hoort en bewaart, dus al terwijl u op de aarde bent. De apostel zegt: "Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt één het einddoel, het eeuwig leven." Als u heilig bent dan hebt u al vrucht voordat u tot het einddoel komt.

Ten vijfde: het gaat hier om het horen van Gods Woord. We kunnen ook allerlei dwalingen tot ons nemen en in ons hart prenten. Dat brengt ons alleen maar naar de rampzaligheid. Wat wij horen en bewaren moet in overeenstemming zijn met Gods Woord, de Bijbel.
Hieruit moeten we leren wat en hoe we horen. We lezen in de Bijbel dat er valse leraars zullen zijn die heimelijk verderfelijke ketterijen zullen invoeren en dat velen hun verderfelijke wegen zullen navolgen (2 Pet. 2:1-2). Zij zijn zeker niet zalig die zulke ketterijen invoeren en navolgen, hun einde is het verderf: "Het oordeel over hen is al lang in werking en hun verderf sluimert niet." (2 Pet. 2:3)

Och, hoe hoorde overdenking van deze woorden onze harten te laten ontvonken en opwekken tot een ijverig horen van Gods Woord en een gewetensvol uitwerken van wat wij horen.

 Uit een preek van Christopher Love (1618-1651) Presbyteriaans Predikant te St. Lawrence Jewry (een kerk in het stadshart van Londen)

J.A.J. Pater