Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden
Handelingen 16:13

Er zijn mensen die de genade van God misbruiken en daarop speculeren. Zij strijden niet in Jezus' kracht tegen de zonde omdat God ze toch wel vergeeft. Ze volgen de redeneringen die Paulus streng afwijst, namelijk “Laten we zondigen, zodat de genade meer wordt” en “Laten we het kwade doen opdat het goede daaruit voortkomt.” Paulus zegt over mensen die zo denken dat hun verdoemenis rechtvaardig is.

Wilt u weten of u hoort bij hen die zichzelf waarnemen als de grootste van de zondaren? Wilt u weten of u zo vrij mag zijn het met Gods genade te wagen?

Dan zal ik u drie vragen voorleggen. Daaraan kunt u zichzelf toetsen:

  1. Hebt u een open oog voor de zonde?
  2. Bent u de zonden moe?
  3. Wilt u, met heel uw hart, door Jezus Christus gered worden?

Dat zijn vragen die ik u wilde stellen. Niet meer, maar ook niet minder. Als het echt zo met u gesteld is dan bent u door Gods Woord overmeesterd. Hoe groot uw zonden dan ook zijn die u begaan hebt, hoe slecht u zich ook voelt, hoe ver het ook van u is om te denken dat God u genade zou schenken. Aan u wordt vrij vergeving van zonden aangeboden door de verlossing die in Christus Jezus is! Toen de gevangenbewaarder uitriep: “Wat moet ik doen om zalig te worden?” was het antwoord: “Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden.”

Iemand die een open oog heeft voor zijn zonden, wordt door die zonden tot radeloosheid gebracht. Die wil hij graag kwijt! Hij wil door Gods genade zalig worden. Als het zo met u is, vrees dan niet. Geef dan niet toe aan de wanhoop. U bedriegt zich niet dat u in Jezus Christus het eeuwige leven zult erven. Christus staat juist klaar voor iemand zoals u bent! Hij zegt: “Ik ben een Licht in de wereld gekomen opdat eenieder die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft.”

Satan legt erop toe, tegen hen die zich de genade aanmatigen te zeggen, dat het goed met hen is. Maar Gods kinderen maakt hij wijs dat zij onbeschaamd en brutaal zijn tegenover God. Ik heb nog nooit iemand die zich het geloof aanmatigde, horen zeggen dat hij bang was dat hij een verkeerd geloof had. Maar vaak heb ik de oprechte en nederige zielen horen zeggen dat zij zo bang waren dat hun geloof niet het echte geloof uit God was.

Ach, waarom zou satan ook de mensen lastigvallen waarvan hij weet dat ze hem uiteindelijk toch wel zullen toevallen? Maar hij maakt zich druk met hen die door genade op de juiste weg mogen wandelen om aan zijn helse strikken te ontkomen. Dat is de reden waarom Gods kinderen zoveel moeilijkheden van hem ondervinden. De schijngelovigen laat hij met rust, maar de echt nederige gelovigen haat hij.

Toch roep ik u toe: Wanhoop niet aan de waarheid van Gods genade. Laten zij die berouw hebben van hun zonden en gered willen worden door Christus, niet wanhopen. Maar zij die in de zonde willen blijven leven, roep ik toe dat zij zich bedriegen als zij menen dat zij het ware geloof bezitten. Al staat de deur van Gods genade wijd open om de boetvaardige zondaar binnen te laten, hij is ook stevig afgesloten en vergrendeld voor degenen die zich de zaligheid aanmatigen. Paulus schrijft aan de Galaten: “Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten.” Denk niet dat God zich laat overhalen door mooi gepraat. “Hij kent degenen die tot Hem hun toevlucht nemen.”

Hij kent hen die door Christus in oprechtheid tot Hem komen om genade te verkrijgen. Hun roept Hij toe: “Maar Ik zal zien op de ellendige en verslagene van geest en wie voor Mijn Woord beeft.”

John Bunyan (1628-1688)

J.A.J. Pater