Meditatie

 Woorden van Jezus – Vele eersten zullen de laatsten zijn

 Inleiding over Mattheus 20:1-16

De rijke jonge overste zocht het Koninkrijk der hemelen, hij vroeg Jezus om raad maar is toch verdrietig van Jezus weggegaan omdat zijn rijkdom hem verhinderde Jezus te volgen. Volgens Jezus is het gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan. Hoewel het dan dus van de kant van de mensen is uitgesloten weten we toch dat Jezus ons heeft onderwezen dat wat bij de mensen onmogelijk is, mogelijk is bij God. Want, bij God zijn alle dingen mogelijk. De discipelen vroegen Jezus hoe het hun zou vergaan want zij hadden toch alles verlaten en Jezus gevolgd. Dan bemoedigt Jezus hen met het heerlijke vooruitzicht op de toekomst en zegt dat zij die om Jezus wil verlies moeten lijden, dit in dit leven honderdvoudig vergoed zullen krijgen met daarbij het eeuwige leven. Dan eindigt Jezus Zijn woorden met: ‘Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de eersten, Matth. 19:30.’  

Deze zin is als het ware een ontnuchtering en bevat een diepe les. De grote les die we steeds terug zien keren is die van verootmoediging. Jezus wil dat wij nederig zijn, wij moeten onszelf vernederen onder de hand van God, Hij leert ons om te worden als een kind. Steeds weer moeten wij leren dat wij in alles afhankelijk zijn van God en zonder Hem niets kunnen doen. Wij moeten leren dat alleen genade ons redt van de dood. Wij hebben gezondigd en verdienen de dood maar Christus kwam om te verlossen hen die in duisternis gevangen zaten. Hij is het Licht in de wereld gekomen en eenieder die tot Hem komt, ontvangt eeuwig leven. Voor de wijze en verstandige is dit verborgen en velen hebben zich al aan dit eenvoudige Evangelie gestoten. Zo ook aan de woorden die wij nu willen overdenken.

Jezus heeft het Koninkrijk der hemelen op veel manieren door gelijkenissen onderwezen. Ook de woorden; dat vele eersten de laatsten zullen zijn en vele laatsten de eersten, maakt Hij duidelijk door een gelijkenis. Jezus neemt het beeld van een heer des huizes die in de vroege morgen uitgaat om arbeiders voor zijn wijngaard te huren. De wijngaard was in de tijd van de Bijbel een algemeen bekend beeld. Jezus noemt Zichzelf de ware Wijnstok en Zijn Vader is de Landman, de gelovige wordt vergeleken bij een rank die vrucht draagt tot eer van God de Vader. Arbeiders zijn nodig om de werkzaamheden in de wijngaard te verrichten. In dit beeld ontmoet de heer arbeiders in de vroege morgen en komt met hen een prijs overeen van een penning per dag, waarop zij in de wijngaard aan het werk gaan. Na drie uur, om negen uur in de morgen, gaat hij opnieuw uit en ziet daar potentiële arbeiders die ledig op de markt staan.  

Wij zouden zeggen, ze staan daar te niksen en als we het in Bijbelse begrippen duidelijker willen maken dan zijn ze bezig met onzinnigheden, met zaken die niet tot eer van God zijn. Ieder mens is op deze aarde gezet om God de Schepper van hemel en aarde te eren en Hem te dienen boven alles. Deze mensen waren daar niet mee bezig maar nu stonden zij oog in oog met de heer die hen wilde inzetten in zijn wijngaard. Ook zij gingen uit om de werkzaamheden in de wijngaard op te pakken. Om twaalf uur in de middag als de zon op het hoogst staat en om drie uur ‘s middags worden opnieuw werkers uitgezonden.  

Dan als de dag bijna voorbij is, zo rond 5 uur vindt de heer nog anderen. Hij vraagt waarom zij de hele dag met niets doen vullen waarop zij antwoorden dat niemand hen gehuurd heeft. Ook zij worden door de heer in de wijngaard gestuurd. Dan is het tijd voor de rentmeester om de arbeiders hun loon uit te betalen. Hij krijgt de opdracht om te beginnen bij de laatsten en te eindigen met hen die als eersten werden uitgezonden. 

Zij die de hele dag niets hadden gedaan en alleen het laatste uurtje gewerkt hadden werden als eerste beloond en ontvingen één penning. Als zij komen, die de hele dag gewerkt hebben, verwachten zij een groter loon te ontvangen en toch krijgen ook zij één penning. Zij beginnen te mopperen tegen de heer des huizes omdat zij even veel krijgen als zij die maar één uur gearbeid hebben en dat terwijl zij de hele dag in de hitte hebben gewerkt.  

De heer maakt hen duidelijk dat zij niet onrechtvaardig behandeld worden omdat zij het eens geworden waren te werken voor één penning. De heer stuurt hen weg met de woorden dat hij de laatsten hetzelfde wil geven. Dan voegt hij eraan toe: ‘Of is het mij niet geoorloofd, te doen met het mijne, wat ik wil? Of is uw oog boos, omdat ik goed ben?’ Zij die hard gewerkt hadden ontvingen wat zij afgesproken hadden maar omdat anderen hetzelfde kregen terwijl zij veel minder gedaan hadden, voelde zij zich verongelijkt. Er is van geen onrecht sprake, maar door jaloersheid gedreven wordt de goedheid van de meester verdraaid tot iets kwaads. Dan sluit Jezus ook deze gelijkenis af met: ‘De laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten want; velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.’

De discipelen mochten dan wel benieuwd zijn hoe het hen zou vergaan maar moesten leren nederig en gehoorzaam te zijn in het besef dat zij de Goede Meester dienen. Zij waren als het ware de eersten die werden uitgestoten in de wijngaard met de Evangelieboodschap na het kruis, toch zouden er nog velen volgen die, misschien maar kort en minder vervolgd dan zij, toch dezelfde heerlijkheid zouden binnen gaan.  

Nu is het niet de vraag of u uitverkoren bent maar of u Jezus liefhebt. Pas op voor verkeerde interpretaties en besef dat juist het uitverkoren volk Israël zich ergert aan het feit dat zij als eerste geroepen zijn en dat toch de heidenen die later zijn geroepen hen voorgaan. Velen van het volk Israël hebben zich gestoten aan de Heere Jezus als een steen des aanstoots terwijl zoveel heidenen Hem genieten als de Rots van hun behoud.  Er is Hoop, voor Jood en heiden, want Jezus leeft en allen die in Hem geloven zullen zalig worden. Amen.                                                

Wilco Vos - Veenendaal - 06-05-2019