Tekst: Galaten 3: 19 t/m 29.

Waarom laten we onze kinderen dopen? Is de kinderdoop wel Bijbels en waar staat dat dan? Een vraag die al eeuwen speelt en binnen onze gemeente ook vandaag de dag actueel is. Het kan soms zo een gewoonte zijn dat men er niet eens meer bij nadenkt. Het is  goed om ons hier weer op te bezinnen. Er valt heel veel over te zeggen, maar ik beperk me tot de 4 belangrijkste punten die steeds naar boven komen in de discussie.

In plaats van de besnijdenis is de doop gekomen, zo vermeld ons doopformulier. De Heere heeft Abraham de opdracht gegeven om zijn zoon Ismael te besnijden. Niet alleen zijn zoon moest besneden worden maar ook al het volk dat met hem was, slaven etc. Waarom? Omdat het volk Israël anders is dan de andere volken. Het is Gods volk. Daarom wilde God een verbond met Abram maken. De besnijdenis was het teken van het verbond dat God met Abraham en zijn nageslacht gemaakt had, generatie op generatie tot op de dag van vandaag (Gen. 17).

De doop onderwijst in 3 dingen

  1. Wij met onze kinderen zijn in zonden ontvangen en geboren, daarom rust Gods toorn op ons. En moeten wij wedergeboren worden
  2. De heilige Doop verklaart en verzegelt de afwassing van onze zonden door Jezus Christus. God de Vader verklaart en verzegelt ons dat Hij met ons een eeuwig genade verbond sluit en tot kinderen en erfgenamen aanneemt. De Zoon verzegelt ons de afwassing vd zonden met zijn bloed zodat wij van al onze zonden bevrijd worden. De Heilige Geest verzekert ons dat Hij in ons wonen wil en ons toe eigent.
  3. Elk verbond heeft 2 partijen, worden vermaand en verplicht God te vertrouwen en lief hebben met heel ons hart. Onze kleine kinderen begrijpen hier nog niets van, maar toch mogen wij ze van deze doop niet uitsluiten, omdat ze zonder het weten belast zijn met zonden (erfzonden), zo weten ze ook niet dat ze in Christus tot genade aangenomen worden.

Voordat kinderen tot hun verstand gekomen zijn, komt God dus al met de belofte in de doop. Ik ben de eerste zegt Hij hier die voor je zorgt!
Wat zou er op tegen zijn op zulke mooie beloften?

1. Tegenstanders stellen: God heeft deze belofte aan het volk van Israël gedaan en dat zijn we niet, we zijn geen joden. De kerk stelt zich hier i.p.v. van het Jodendom en dat is een dwaling

In Galaten lezen we dat je door geloof een kind van God bent, door de doop met Christus bekleed, en dat het niet van belang is wat je afkomst is, jood of heiden, want als je van Christus bent dan ben je Abrams nageslacht.

We zijn dan wel geen Joden, maar toch horen we door het geloof erbij. Dat wil niet zeggen dat de kerk i.p.v. van het volk Israël gekomen is.

2. Er staat nergens in de Bijbel dat er jonge kinderen gedoopt werden

In het Oude testament was je als mens deel van een geheel, bijv. van een heel volk. Men kende niet het individualisme zoals wij tegenwoordig. Daarom is het voor ons misschien zo moeilijk om sommige dingen van de Bijbel te verstaan.Volgens joodse opvatting was het huisgezin een, en was het geloof van de vader gezaghebbend voor allen die bij hem hoorden. De vader van het gezin had een groot patriarchaal gezag in geloofszaken. Wat hij zei gebeurde en dat gold voor iedereen binnen het huisgezin. Toen Abraham zijn zoon Ismael besneed, deed hij dat bij allen die in zijn huis geboren en gekocht  waren. Abram werd  gerechtvaardigd op grond van zijn geloof en daarna besneden, Izaak werd besneden op grond van het geloof van zijn vader en volgde het geloofsspoor van zijn vader. Omdat Ismael ook werd besneden kunnen we zien dat ook de heidenen bij het verbond mogen horen. Het hele huisgezin werd in het verbond opgenomen en daar zullen zeker kleine kinderen bij geweest zijn.
Als heidenen(proseliet) wilden toetreden tot de Joodse godsdienst werden zij ook gedoopt. Het stond bekend als een gezinsdoop, eerst de kinderen en daarna de ouders. 

3. Geld dit gezinsdenken ook voor het nieuwe testament?

In evangelische kringen ziet men een wezenlijk verschil tussen het Oude en het Nieuwe testament of wel oude en nieuwe verbond. Waar in het Oude Testament sprake is van een verbond met een volk zien ze dat in het Nieuwe Testament als een verbond gesloten met mensen persoonlijk.
Niet terecht lijkt me: in het Oude Testament wordt het verbond eerst met Abraham gesloten, dus persoonlijk op grond van zijn geloof en daarna met allen die bij hem hoorden. In het Nieuwe testament zien we dit gezinsdenken bij o.a. Zacheüs: "Toen zei Jezus tegen hem: heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen" (Luk. 19:9)

Bij de gevangenbewaarder in Filippi lezen we dat hij onmiddellijk gedoopt werd en de zijnen, in andere vertalingen staat : hij liet zich dopen samen met zijn familie en personeel. Lydia liet zich dopen zij en haar huisgenoten (iedereen die in haar huis woonden). Je kan toch verwachten dat daar kleinen kinderen bij waren. Er staat nergens dat die uitgesloten werden. Je zou kunnen denken dat als de kleine kinderen niet gedoopt werden dit er toch wel bij vermeld geweest was.

4. Geen kinderdoop maar geloofsdoop

Tegenstanders menen dat kleine kinderen nog niet kunnen geloven en daarom ook niet gedoopt kunnen worden. Er staat in de Bijbel: "Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn". Meestal wordt gezegd dat het geloof voorop staat. Vaak wordt er ook gezegd dat een kind niet gedoopt hoeft te worden, want hoe kan een baby nu zonden doen? De doop is immers de afwassing der zonden? Men gaat voorbij aan, of wil niet geloven in de erfzonden.
Zoals door een mens de zonden in de wereld gekomen is zo is ook door een Mens de verzoening. Bij geloofsdoop moet men eerst zeker weten dat men geheel geloofd dat Jezus voor jou zonden gestorven is. Maar als het van ons afhangt, hoe kan je dan zeker weten of je geloof genoeg hebt? Het sacrament van de doop wordt zo een bevestiging van je belijdenis. Als dat zo is kan men de doop wel weg laten, het wordt dan een uiterlijk ritueel. Men laat zichzelf dopen als volwassenen, maar het mooie van de kinderdoop is dat het geen daad van ons zelf is. Men wordt ten doop gehouden, door het geloof van de ouders, zonder invloed van je zelf.

Wat zeggen de oudvaders / reformatoren van de kinderdoop?

Een leerling van apostel Johannes was Polycarpus. Toen hij gedwongen werd zijn geloof te verloochen zei hij: 86 jaar dien ik Hem en in niets heeft Hij mij kwaad gedaan. Hoe kan ik dan mijn Koning die mij gered heeft verloochenen ?
In de eerste christelijke gemeente leefde de sterke overtuiging dat het ware leven pas met de doop begon, men noemde dat een pas gedoopt kind een dienaar van Christus werd. Hij stierf in het jaar 155. Vermoedelijk is hij dan in 69 gedoopt,ten tijde van de apostelen.

Ireneüs, leerling van Polycarpus schreef: Christus kwam om allen zalig te maken, allen, zeg ik, die door Hem in God worden wedergeboren (d.i. gedoopt) zowel zuigelingen en baby’s als kinderen jongeren en ouderen. De eerste kerkvaders zagen in de doop het bad van de wedergeboorte. Sacramenteel werd je door de doop wedergeboren.
Indien er onenigheid zou zijn over de kinderdoop in de vroege jaartelling zou daar iets van een vergadering of concilie plaats gehad moeten hebben. Hij zou ondenkbaar zijn dat kinderdoop geruisloos overgegaan zou zijn in volwassendoop of andersom.

Augustinus zegt in zijn boek over de doop “de Baptisto” het volgende: "Wanneer anderen voor hen (jonge kinderen) antwoorden, opdat het sacrament van den doop aan hen voltrokken wordt, heeft deze doop waarde voor hun heiliging, omdat ze zelf geen antwoord kunnen geven. Maar indien een ander het doet, als ze kunnen antwoorden, heeft dit geen waarde; Vraagt het hemzelf, hij heeft zijn leeftijd, hij zal voor zichzelf spreken.
Dat toont dat de doop wat anders is dan de bekering van het hart, maar dat het heil van de mens het een en ander voorstelt. Indien een van de elementen ontbreekt, moeten we niet geloven, dat ook het andere ontbreekt, want het eerste kan er zijn zonder het tweede bij een kind en het tweede kan er zijn zonder het eerste bij de ongedoopte. God vult zowel bij de een als bij de andere een onvrijwillig manco aan: maar wanneer een van de elementen opzettelijk ontbreekt is de mens daarvoor verantwoordelijk. De doop kan daar voltrokken worden, waar de bekering van het hart afwezig is: wat betreft de bekering van het hart, deze bestaan zonder de doop, maar niet bij verachting van de doop. Er kan geen bekering van het hart tot  God zijn, als het sacrament wordt veracht" (citaat Baptismo 32)
Augustinus zegt hierbij, dat een vader voor zijn kind kan geloven, zoals in het O.T. maar als het kind tot verstand gekomen is zal het wel in het geloof verder moeten gaan, wil het behouden worden. Doop en geloof kunnen niet losgekoppeld worden. Hij verwijst hierbij naar de vrienden die hun verlamde vriend voor de voeten van de Heere Jezus neerlegden. Zienden hun geloof werd die vriend zijn zonden vergeven: Luk. 9:2

Maarten Luther zegt in een van zijn preken over de kinderdoop: daarom is het een verschrikkelijk grote dwaling, dat op verschillende plaatsen, meerdere predikanten zonder water gedoopt hebben (voorstellen van kinderen?). Want als de doop waarachtig is en de mensen tot de wedergeboorte moeten komen, zo moet niet alleen het Woord, niet alleen de Geest, maar bovendien ook het water erbij komen, Want zo heeft Christus het ingesteld, en deze instelling mag niemand teniet doen.

Calvijn heeft veel geschreven over de kinderdoop; er komen steeds 2 dingen terug:
1.    Wijst hij de opvatting van de RK af dat een kind door de doop vergeving van zonden ontvangt
2.    Wijst hij de opvatting af, dat de kinderdoop niet op Gods Woord gegrond is

Het water van de doop leert ons dat wij allen geboren worden als verloren zondaren, voor wie de reiniging van onze zonden letterlijk levensnoodzakelijk is. Maar het water van de doop is ook een (zichtbaar) teken en (verzekerend) zegel van de beloften van Gods genadeverbond, waarin Hij belooft onze God te willen zijn, in Christus, door de Heilige Geest. Die belofte is levenslang geldig tot een pleitgrond voor ons gebed, want doopwater droogt nooit op. Maar die belofte wordt alleen vervuld aan ons in de weg van geloof in Christus en bekering tot God. Het water van de doop wijst ons ook op Gods eis daartoe .

Conclusie

Laten we vast houden aan de kinderdoop. Bij geloofstwijfel kunnen we altijd pleiten op de doop. God heeft zich aangeboden aan ons, toen wij er zelf nog geen weet van hadden. Toen kwam hij al met Zijn genade.

Ter afsluiting las ik een opmerking om over na te denken:
"Wanneer men uitgaat van de doop als een daad van genade van God, van de mogelijkheid van plaatsvervangend geloof, van de ernst van de erfzonde, en van de realiteit van de afwassing van zonden, dan zal men ook de kinderen willen dopen, ja dat is dan zelfs een noodzaak. Want als een kind ongedoopt opgroeit en het ergste, als het sterft, is het dan de genade van het kindschap Gods onthouden".

Gert Aangeenbrug