Dominees willen altijd volle(re) kerken. Dat begrijpt iedereen. Voor ‘ lege banken’ preken is niet de bedoeling. Wij zijn in de kerk in onze tijd gewend geraakt aan minder kerkgang en we zijn al blij als de morgendiensten goed bezet zijn.
In onze wijkgemeente is naar verhouding de kerkgang best wel goed. Toch zie ik ontwikkelingen, die mij zorgen baren. Ik wil daar in deze laatste meditatie de vinger bij leggen. Daarvoor leg ik de Bijbel open in de Hebreeënbrief. Daar lees ik ook iets over dit probleem. Blijkbaar is het dus al zo oud als de gemeente is.
‘Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten!’ (Hebr.10:25)
De achtergrond van de oproep om de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten is de hemelvaart van Christus. Sinds het scheuren van het voorhangsel in de tempel en de Hemelvaart van onze Heere Jezus Christus is de hemel open en is er een vrije toegang tot de troon, tot de Vader en tot de Zoon. Laten wij met vrijmoedigheid biddend toegaan tot de troon van de genade. Er volgen nog meer aansporingen. Laten wij naderen met een waarachtig hart. Laten wij de belijdenis van de hoop vasthouden. Laten wij op elkaar letten, door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Dan volgt onze tekst. Reden om de onderlinge bijeenkomst niet na te laten, is o.a. het feit dat de grote dag nadert. Met het oog daarop heb je elkaar nodig.
De kerkgang is goed, maar kan beter. De onderlinge verbondenheid is groot, maar kan sterker. Argumenten om elkaar te blijven opzoeken en elkaar te versterken zijn de volgende:
- Je wordt geroepen.
- Je leert er van.
- Je verandert er door.
- Je kunt samen God loven.
- Je kunt samen en voor elkaar bidden.
- Je kunt samen danken.
- Je kunt elkaar bemoedigen.
- Je kunt met elkaar strijden tegen de machten van de duisternis.
- Je doet inspiratie op voor goede werken.
- Je liefde wordt weer aangewakkerd.
- Je hebt de ander nodig.
- De ander heeft jou nodig.
- De wereld om ons heen heeft het nodig.
Je kunt bij de gemeente denken aan een ketting die bestaat uit schakels. De ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Jij bent een schakeltje in het geheel van de gemeente, die als een ketting functioneert. Er breekt iets stuk en de gemeente wordt zwakker als je je niet meer laat zien of minder laat zien. Je doet jezelf te kort, maar ook de ander. Zo heeft God het niet bedoelt.
Bij het toetreden tot de kerk heb je het beloofd: Ik wil van harte meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus. Deze belofte moeten we heel serieus nemen. Met je persoon er zijn en met je gaven meewerken. Iedereen heeft wel een gave en iedereen is een schakeltje in het grote geheel.
Trouw in het bijwonen van de samenkomsten van de gemeente kun je leren. Ouders, clubleiders, mentoren van de catechisatie en kringleiders mogen hierin stimuleren. Het gaat niet om het alleen maar aanwezig zijn, maar om het daadwerkelijk meewerken aan de opbouw van de gemeente. Doe je het niet, dan raak je achter op. Heb ik iets gemist? Ik volg het niet meer zo! Voordat je het beseft, ben je af gehaakt en mis je de aansluiting.
In de wielersport rijden coureurs in een peloton. Alleen voorop houdt men zelden vol. Afhaken betekent al snel nog meer achterstand. Vissen zwemmen in scholen. Bijen vullen een kast. Mieren maken een hoop. Geweldig indrukwekkend. Je kunt niet in je eentje geloven.
Kerkgang, daar zit het ‘m niet in!? Het is inderdaad geen knipkaart gebeuren. Het is geen afvink-systeem: ziezo, dat hebben we er ook weer op zitten. Waarom ik naar de kerk ga, in de gemeente ben, actief meedoe? Daar is mijn Heere en Heiland en daar zijn mijn broeders en zusters. Daar wil God de Heere door Zijn Geest geloof wekken en versterken. Daarom ben ik er, en daarom ben ik er (indien ook maar enigszins mogelijk) altijd weer. Wat er ook gebeurt. Je weet maar nooit hoe God op een onverwachte wijze zegenen wil. Jou of door jou die ander.
Laat ons….zullen we ….zal ik toch maar…..het zit er misschien toch wel in!