Efeze 4: 17-28
Zijn wij als wijkgemeente Ichthus herkenbaar, bent u als christen in uw omgeving herkenbaar? Militairen camoufleren zich bewust om door de vijand niet opgemerkt te worden. Camoufleren wij ons christen-zijn ook en zien collega’s geen verschil tussen jou en anderen? Is het leven van de gemeente doortrokken van een christelijke geur? Is de wijkgemeente Ichthus herkenbaar?
De basis van de gemeente van Efeze ligt in de genade van God, zij heeft de zaligheid van God ontvangen, zo houdt Paulus ons voor in Efeze 2: 8. Ondanks deze verbondenheid met Christus zijn er nogal wat misstanden in Efeze. Gemeenteleden zijn door hun levenswandel niet te onderscheiden van de heidenen uit de zondige wereld. In de verzen 17-19 noemt Paulus een aantal aspecten van hun “heidense” levenswandel, zoals verharding, overgeven aan losbandigheid. In vers 20 zien we een kantelpunt van deze pericoop. Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen (NBG). Hier ligt de bron van ander leven. Paulus gaat in het vervolg in op allerlei aspecten van de christelijke levenswandel. Genade vraagt om een vernieuwing van ons denken, geen oppervlakkige verandering, maar vanuit de geest (23). Een nieuwe jas. Bekleed worden met de nieuwe mens, leven in ware rechtvaardigheid en heiligheid. En dan volgen er grote woorden: Vernieuwing naar het beeld van God. Concreet betekent deze omvorming, dat er werk aan de winkel is: Geen leugens meer. Ik kan het mij haast niet voorstellen, dat gemeenteleden onderling tegen elkaar liegen. Deze oproep zal echter niet overbodig zijn geweest. Mag je boos worden op de ander? Ja, zegt Paulus, maar blijf er niet in steken (26). Blijvende boosheid kan tot bitterheid leiden. Laat deze boosheid samengaan met een houding van vriendelijkheid en barmhartigheid (32). Niet voor te stellen, diefstal in de gemeente. Overtreding van 8e gebod. Paulus draait dit om en roept op om ruimhartig te zijn voor de naaste, zoals we ook leren in de HC vraag en antwoord 111. Hoe is uw taalgebruik? Wat kunnen wij met woorden de ander beschadigen. De bede van David vanuit Psalm 141 mag dagelijks op onze lippen zijn: HEERE, zet een wacht voor mijn lippen. Bedroeven van de Heilige Geest, dat wil toch geen enkele christen. Het is juist de Heilige Geest die zekerheid leert, Hij verzegelt de gelovige van de belofte van vergeving en verzoening in Jezus Christus. Bedroeven van de Heilige Geest kan betekenen dat Hij Zich terugtrekt, wat twijfel kan voeden. Vriendelijkheid, barmhartigheid en vergeving, met deze drie woorden sluit Paulus dit gedeelte af.
In de Bollenstreek valt een christelijke gemeente op, wanneer haar samen-zijn doortrokken is met een goddelijke reuk. Als de onderlinge omgang gekenmerkt wordt door een heilige levenswandel. Wat mooi, als de jongste generatie de onderlinge liefdevolle omgang zou mogen ervaren. Al te vaak denken we dat we er goed vanaf komen door te leven met een lijstje van ge- en verboden. Leven als christen is echter meer dan het houden van een aantal regeltjes. Christus doortrekt heel ons leven, de Heilige Geest vernieuwd ons leven, tot in de haarvaten van ons bestaan. Tegelijk moeten we stellen, dat we als gemeente kunnen vastlopen op de harde zondige werkelijkheid. De christelijke gemeente vormt helaas geen paradijs op aarde. Uiteindelijk komen we weer terug bij de genade (Efeze 2:8). Dat dit onze gebed mag zijn: Heere doorwaai de gemeente met uw Heilige Geest, vernieuw en verander haar. In het voorjaar gaat alles weer groeien en bloeien. Wanneer je dan een boom, bijv. een berk doorzaagt, kan ze gaan bloeden. Dat is de zgn. sapstroom. Deze sapstroom draagt voeding in zich voor de boom. Wanneer u ingeënt bent in Christus, dan is er een heilige sapstroom van Christus, die ons leven vervuld. Hoe is het bij u? Mijn wens is dat heel de gemeente ingeënt is in Christus en zo door Zijn sapstroom gevoed mag worden. Ja, meer nog mag gaan bloeien, zoals Paulus ons voorhoudt.
MS