Samen bent u namelijk het lichaam van Christus en ieder afzonderlijk Zijn leden! 1 Korinthe 12:27
De gemeente kent één Geest, hoewel er vele gaven van de Geest zijn (1 Kor.12:4)
De gemeente kent één Heere, hoewel er allerlei bedieningen zijn (1 Kor.12:5)
De gemeente kent één God, hoewel Hij op allerlei manieren werkt (1 Kor.12:6)
Wij zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt (1 Kor 12:13)
Samen vormen wij het lichaam van Christus (1 Kor 12:27)
Samen in de Naam van Jezus. Samen één onder Hem, Jezus, Die het Hoofd van de gemeente is. Vele leden, vele gaven, grote verscheidenheid, een heel bijzondere veelkleurigheid. Toch één. We zijn geen losse verzameling, maar vormen één lichaam, waarvan Jezus het Hoofd is. Het volgende hoofdstuk (1 Kor.13) zingt over de liefde. Waar liefde woont, geeft God Zijn zegen.
U bent de gemeente van Hem. Wij vormen Zijn lichaam. U als ouderling. U als diaken. U als kerkrentmeester. Ik als dominee. Jij als jongere. U als ouder. Elke vrijwilliger. Als kerkganger. Alle kringleden. Iedere catechisant. U en jij en ik.
Samen Zijn lichaam.
Dat is iets om je over te verwonderen. Beschamend. Zo nabij en hecht verbonden. Wat een voorrecht. Dat is veel meer dan we voor mogelijk zouden kunnen houden. Door de bloedband verbonden, één lichaam. Door één Geest tot één lichaam gedoopt. Je kunt gewoon niet zonder de anderen en zeker niet zonder Hem. Ineens valt mijn oog op die woordjes: samen, één, een ieder, elk in het bijzonder, verschillend en tot één, aan elkaar gegeven, niet veroordeeld maar geroepen. Ik kan mij alleen maar tot mijn eigen schade van dat lichaam van Christus losmaken. De band verbreken is rampzalig. De eenheid zoeken is heilzaam. Samen bidden. Samen zoeken. Samen vragen en studeren. Samen loven en zingen. Samen huilen en troosten. Samen met en door Hem. Samen door die ene Geest. Kritiek op de gemeente? Is kritiek op jezelf. Jij bent de gemeente. Wat heerlijk. Samen, nooit alleen. Hij, Jezus Christus onze Heiland, is het Hoofd.
Looft God in Zijn gemeente alom!
Ds. F. van Roest