– Themadienst: ‘Terug naar het begin’
(Deel 3 uit de serie ‘Houvast vinden’)
Wanneer iemand een misdaad heeft begaan, moet hij of zij zich verantwoorden voor de rechter. In het vonnis dat de rechter uitspreekt, wordt rekening gehouden met een aantal omstandigheden. Zoals: uit welk milieu is iemand afkomstig, welke opvoeding heeft hij of zij gehad, welke invloed van anderen heeft iemand ondergaan?
Maar de rechter houdt zich niet bezig met de vraag hoe het komt dat deze persoon zo beschadigd is dat hij zich door die uiterlijke factoren liet beïnvloeden. Over deze dieper liggende vraag doet hij geen uitspraak. Zo’n vraag ligt buiten het terrein van het strafrecht.
De catechismus, die geestelijk leiding wil geven aan het leven van de gelovigen, gaat wel bewust op die oorzaak in. Hoe komt het nu dat ons mens zijn zo ontwricht is?
Waar komt het kwaad in de schepping en in onszelf vandaan? Heeft God de mens zo slecht en verkeerd geschapen? Nee, het heeft te maken met de ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders Adam en Eva. Maar is het rechtvaardig dat wij verantwoordelijk worden gehouden voor wat we niet gedaan hebben? Nee, toch? En bovendien, is de omschrijving van de catechismus dat wij ‘onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’ niet bodemloos pessimistisch? Alsof een mens tot niets positiefs meer in staat is…Maar zijn er ondanks veel kwaad in deze wereld en in de mens, niet heel veel bewijzen dat de mens humaan kan handelen? Dat hij of zij in staat is tot het doen van goede dingen?
Zie daar de fundamentele vragen die ons zondagmiddag bezighouden!
Lees ter voorbereiding alvast Genesis 3, Romeinen 5 en zondag 3 uit de Heidelbergse Catechismus door aan de hand van de volgende vragen:
- Herken je dat in onze tijd schuldbesef langzaamaan verdwijnt onder mensen? Herken je dit ook in je eigen leven?
- Waar komt het kwaad vandaan?
- Kun je aangeven waar je moeite zit met de ‘erfzonde’?