– Galaten 2:1-10 – Voorbereiding Heilig Avondmaal

Je kunt het je nu nauwelijks meer voorstellen…maar als je een reis door het land Israël maakt, is een bezoek aan Jeruzalem zonder twijfel één van de indrukwekkendste hoogtepunten van het reisprogramma. Psalm 122 begint in je te zingen: ‘Jeruzalem, dat ik bemin…’.
In Jeruzalem is het allemaal begonnen. Hier liggen de wortels van de christelijke kerk uit de heidenen. Er is geen christelijke kerk zonder Israël. Het contact met Messias belijdende Joden is een ‘must’ voor de christelijke gemeente.

In Galaten 2 noemt Paulus dan ook nadrukkelijk dit contact met de ‘achterban’.
Eerder hebben we gezien dat hij er zich op beroept zijn opdracht om het Evangelie te verkondigen niet van mensen en dus ook niet van Joodse apostelen als Petrus en Jakobus ontvangen te hebben. Maar dat betekent niet dat hij – los van Jeruzalem – een eigen zaakje wil beginnen of meende een boodschap te moeten brengen die niet in overeenstemming was met ‘Jeruzalem’. Steeds weer koppelt Paulus terug op het thuisfront.

Na 14 jaar (gerekend vanaf zijn bekering) gaat hij weer naar Jeruzalem en legt hij zijn evangelie voor aan de apostelen.
Er waren namelijk ‘schijnbroeders’ in de gemeente gekomen die zeiden dat geloof in Jezus niet genoeg was. Je moet ook besneden worden, de sabbat vieren, koosjer eten, zo zeiden ze.
Als de leiders van de kerk in Jeruzalem het met die schijnbroeders eens waren, dan zou de kerk in tweeën gesplitst zijn: heidens en Joods, geloof alleen of ook bepaald gedrag.

Vragen om je alvast voor te bereiden:

  1. Waarom was de beslissing van de leiders in Jeruzalem inzake de besnijdenis van Titus (zie vers 3) zo belangrijk?
  2. Wat zagen de apostelen in Jeruzalem in betreffende Paulus (zie vers 6-9)?
  3. Denk je wel eens dat wat jij doet, bijdraagt aan je redding? Bijv. rondom het Avondmaal. Hoe kom je daarbij?