– Themadienst: ‘Wat een Vader!’
(Bidden kun je leren, deel 2)
Veel mensen denken bij God aan een het, een iets, een vage macht. Ik geloof wel dat er iets is daarboven…God is dan god met een kleine letter geworden. Hij is niet persoonlijk. Je kunt niet met hem in contact komen. Hij is ver weg. Dan kan hij in het leven van elke dag ook geen plek innemen.
De Heere Jezus zegt in de Bijbel: bidden is tot de Vader gaan. Toen een van Zijn discipelen Hem zag bidden, vroeg hij na afloop: ‘Heere, leer ons ook bidden…’ (Lukas 11:1).
De Heiland geeft Zijn leerlingen dan een voorbeeldgebed: het Onze Vader.
Zo ontdekken we dat de grote en heilige God tegelijk de nabije God is: ‘Onze Vader in de hemel’. Deze aanspreekvorm laat zien in welke verhouding wij tot God staan. Het is de relatie Vader-kind. God wil met ons in een persoonlijke relatie staan, een relatie van liefde en trouw.
Hoe bijzonder is dat. Want in geen enkele andere godsdienst komt het verder voor dat God zo persoonlijk met Vader wordt aangesproken.
En als je deze God leert kennen, wordt het nog meer bijzonder dat wij de grote en heilige God onze Vader mogen noemen!
Lees ter voorbereiding alvast Lukas 11:1-4, Romeinen 8:12-17 en zondag 46 uit de Heidelbergse Catechismus door aan de hand van de volgende vragen:
- Hoe spreek jij God in het gebed meestal aan? Waarom op deze manier?
- God, de Vader in de hemel, is dichtbij en ver weg. Hoe kan beide waar zijn? Ervaar je dat ook zo?
- Misschien roept het woord ‘Vader’ een hele gedachten- en belevingswereld bij je op.
Welke ervaringen kunnen het aanroepen van God als Vader in de weg staan?