– Genesis 29 en 30: ‘Het leven als leerschool’

“Regelmatig was de vraag bij hem bovengekomen: waar was God tijdens al die jaren van strijd, van concurrentie, van onbegrip?
Ik merkte, zo zei hij, niets van Zijn aanwezigheid en betrokkenheid op mij. Maar nu heb ik ontdekt: het is alsof God mij door alles wat gepasseerd is, iets wilde leren”.
Was dat ook niet de ervaring van Jakob, tijdens die twee keer zeven jaar bij zijn oom Laban?
Het is opvallend als we kijken naar Genesis 29 en 30, dat God daarin niet 1 keer iets zegt tegen Jakob. Hij verschijnt niet 1 keer aan Jakob. En toch is Hij enorm met Jakob bezig, achter de schermen.

En Jakob wordt het pas gaandeweg duidelijk wat hier eigenlijk aan de gang is…
Eerst wordt hij bedrogen door zijn schoonvader Laban als het gaat om zijn keuze van een vrouw. Vervolgens krijgt hij in zijn gezin te maken met rivaliteit tussen zijn vrouwen Lea en Rachel, met hun slavinnen Zilpa en Bilha.
Twee keer zeven jaar beitelt, schuurt en slijpt God Zelf als de grote Beeldhouwer, zijn knecht Jakob naar het beeld van Christus, zijn Zoon. Het is een doorgaande lijn in de Bijbel, een rode draad, dat Gods liefde ook betekent dat Hij zijn kinderen ‘bestraft’: corrigeert en traint (Hebreeën 12:5-7).

Vragen om je alvast voor te bereiden:

  1. Wat zit er achter het verlangen van Lea en Rachel om kinderen te krijgen?
  2. Lea ontvangt weinig of geen liefde van Jakob. Toen God zag dat Lea niet bemind was, kwam Hij haar daarin tegemoet. In hoeverre kan de liefde van God het tekort van liefde van je partner goedmaken?
  3. Wat kunnen wij leren van deze voor ons bizarre periode uit Jakobs leven? Wat zegt God hier tegen ons?