– Themadienst over het zesde gebod: ‘Hoe leef ik als christen?’ Door liefde te hebben voor het leven.

Een gevoel van machteloosheid kan je overvallen bij het zesde gebod: ‘je zult niet doden’. Het staat in zo’n fel contrast met de wereld waarin wij leven. Dagelijks kunnen we immers de doden op ons scherm zien of erover lezen in de kranten: slachtoffers van oorlog of onderdrukking, van moord en terreur etc. Als er één gebod is dat massaal met voeten getreden wordt, dan is het dit gebod wel.

Het woord voor ‘doden of doodslaan’ zoals we dat tegenkomen in de Hebreeuwse tekst van Exodus 20, is niet het gewone woord voor doden. De meeste uitleggers vertalen het als ‘ongeoorloofd, onrechtmatig, onwettig doden’. Voor het doden in een oorlog of voor het doden op het vonnis van de rechter wordt een andere uitdrukking gebruikt. Je kunt je dus niet op dit gebod beroepen om het doden in een oorlog of de doodsstraf te bestrijden. 

Maar wanneer geldt dit gebod dan wel en wat valt er precies onder dit gebod en wat niet? Zondag 40 uit de catechismus helpt ons enorm als het gaat om de toepassing van dit gebod.
Lees daarom ter voorbereiding alvast Genesis 9:1-7 en Mattheus 5:21-26 en zondag 40 uit de Heidelbergse Catechismus door aan de hand van de volgende vragen: 

  1. ‘Niet moorden’ lijkt een makkelijk gebod: dat doe je niet. De Heere Jezus zegt dat het gebod ook gaat over wat er in je hart leeft aan jaloezie, gekwetstheid, haat richting je naaste. Wat vind je daarvan?
  2. Als de doodstraf niet valt onder het zesde gebod, wat moeten we dan van de doodstraf denken?
  3. Wat vind je van de stelling: ‘in alle gevallen van euthanasie moet een arts veroordeeld worden’. Als je verschil wilt maken, licht dat dan toe.