– Genesis 23 – Een graf als onderpand van de toekomst
Deze zondag is de laatste zondag van het kerkelijk jaar, ook wel Eeuwigheidszondag genoemd. We gedenken in de morgendienst hen die ons het afgelopen kerkelijk jaar zijn ontvallen door de dood. In de preek sluiten we aan bij wat we lezen in Genesis 23: Abraham die rouwt om het sterven van zijn vrouw Sara en haar begraaft.
Sara was zijn levensgezel, zijn reisgenoot. Heel de reis van het geloof hadden ze samen gemaakt. Twee mensen die zo lang samengeleefd hebben, kunnen niet meer zonder elkaar. Daarom was voor Abraham het sterven van Sara vreselijk moeilijk.
Daarbij kwam nog de vraag: waar moet Abraham zijn geliefde begraven? Hij was immers vreemdeling in het land waarin hij rondtrok. Hoewel dit land wel het door God beloofde land was. Daarom koopt hij een stukje land van de inwoners van Kanaän om Sara te begraven. Een graf is het eerste stukje Kanaän dat Abraham in eigendom krijgt. En daarmee wordt het graf een teken van de toekomst, waarin God het hele land aan Abrahams nakomelingen zal geven.
Ook wij mogen onze geliefden begraven, in de toekomst van God, in de hoop van de opstanding.
Vragen die bovenkomen zijn:
- Abraham neemt de tijd om te rouwen over Sara. Hoe rouw jij over geliefden of hoe help je anderen rouw te dragen?
- Wat vind je van de gedachte dat wij onze geliefden begraven in de toekomst van God, in de hoop van de opstanding? Hoe denk je daarover?
- Paulus schrijft dat de Geest ons onderpand is van en ons aandeel in Gods koninkrijk (zie Efeze 1:13-14; 2 Korinthe 1:22 en 5:5). Herken je iets van de invloed van de Geest in je leven?