Markus 16: 3-4 - Thema: ‘Pasen, de steen is weg!’

Misschien vind je dit slot van het Markus-evangelie wel teleurstellend. Op de mooiste en meest beslissende dag van de geschiedenis, de dag van Jezus’ opstanding, had je mensen verwacht die enthousiast en uitbundig stem geven aan hun vreugde. Jezus, die gekruisigd was en begraven werd, is opgewekt uit de doden. 
Maar…Markus vertelt ons iets heel anders. Hij laat ons een aantal vrouwen zien die met stomheid zijn geslagen. Ze zijn zo uit hun doen, dat ze geen woord kunnen uitbrengen.

Het zijn Maria van Magdala, Maria en Salome. Ze zijn in de vroege zondagmorgen op weg naar het graf van Jezus.
Het is opvallend dat Markus, in vergelijking met de andere evangelisten, relatief veel aandacht besteedt aan de steen voor de ingang van het rotsgraf. Vers 4 benadrukt dat de steen heel groot was. Maar juist die steen blijkt weggerold te zijn als de drie vrouwen bij het graf aankomen! Angst en ontzetting grijpen hen aan. Ze vluchten en zijn sprakeloos. Bepaald geen happy end...

Vragen om alvast over na te denken:

  1. Wat verwachten de vrouwen toen zij naar het graf gingen (16: 1-3)?
  2. Wat zien ze in plaats daarvan (16: 4-5)?
  3. Hoe reageren ze op wat ze zien en horen (16: 6-8)?
  4. Wat is voor jou de betekenis van Jezus’ opstanding?