Zoeken wat boven is

Wie zich richt op Jezus, bedenkt hemelse dingen

Kolossenzen 3: 1 t/m 17

  1. Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit.
  2. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn,
  3. want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.
  4. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
  5. Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.
  6. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen.
  7. In deze dingen hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde.
  8. Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond.
  9. Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt,
  10. en u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.
  11. Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.
  12. Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld.
  13. Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.
  14. En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is.
  15. En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar.
  16. Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart.
  17. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.

Tussen Pasen en Pinksteren ligt een dag die voor de kerk van ongeëvenaard belang is, Hemelvaartsdag. De dag waarop we vieren dat Jezus terugging naar de plaats vanwaar de Vader Hem gezonden had, de hemel.
Vraag aan een willekeurige Nederlander wat Hemelvaart is, en hij zal je wellicht schouderophalend aanstaren. Onder die willekeurige Nederlanders valt mogelijk ook menig kerkganger die soms maar weinig notie heeft van Jezus’ hemelvaart.
Hoe minder we beseffen wat het voor ons werkelijk betekent, hoe meer het leven lonkt en lokt, en hoe gemakkelijker we ons laten verleiden en afleiden van waar het in het leven als christen om gaat. Dan gaan de gedachten niet alleen bij Hemelvaartsdag naar heel andere dingen uit, maar zijn we ook in het leven van elke dag vaak te veel geconcentreerd op het aardse leven.

Tussen nu en dan
Het kan je als moeder zomaar een keer overkomen... Je gaat even weg, je moet nog snel iets halen bij de buurtsuper, je bent hooguit tien minuten van huis. Je zegt het tegen de kinderen, die plezierig met elkaar aan het spelen zijn. Ze antwoorden braaf als je zegt dat je zo terug bent, en je fietst snel weg. Maar in de winkel kom je iemand tegen die je aan de praat houdt, en je vergeet de tijd. Ineens bedenk je dat de kinderen alleen thuis zijn. Je rekent snel de boodschappen af, springt op je fiets en ‘vliegt’ naar huis. En de kinderen... Ze waren hun spel vergeten en waren inmiddels met heel andere dingen bezig, ook met dingen waarvan ze wisten dat moeder daar niet blij mee zou zijn. Er was in de tussentijd dat moeder weg was gegaan en terug was gekomen zoveel te beleven geweest...
Ook wij leven tussen heengaan en terugkeren, Hemelvaart en wederkomst. Het heil is een feit, maar er wacht nog het grootste heilsfeit. Wij leven tussen nu en dan. Het is een nu reeds maar tegelijk een nog niet. Jezus is in de hemel, maar wij zijn nog op aarde. Hij is reeds Thuis; Gods kinderen, de gelovigen, nog niet. Het is een zoeken en tasten naar de weg die we gaan.

Nieuw leven
Maar we tasten niet als blinden langs de muur. We weten de weg. Het is een leven waarin de roeping om als getuigen van de Levende verantwoording af te leggen van de hoop die in ons is, vorm krijgt. Een leven in de vreze des Heren. Dat vraagt wel uiterste concentratie op de Bijbel en te leven in het besef van wie we zijn.
Hoe serieus leven we uit onze doop? Tenzij we stellen dat de doop niet meer is dan een ritueel; maar dat geloven we toch niet? Op meerdere plaatsen in de Bijbel lezen we hoe de apostel Paulus schrijft aan de gemeente over het met Christus begraven zijn door de doop in de dood, en het ook met Hem opgewekt zijn, opdat wij in een nieuw leven zouden wandelen (Rom.6 en Kol.2). Laten we het daarvoor houden. Dan zullen we ook in een nieuw leven van Godsvreze wandelen. Dan zullen we ook zoeken wat boven is.
Christus is in de hemel en ik ben op aarde. Is die afstand niet veel te groot? Onoverbrugbaar? Dan is het toch geen wonder dat de kerk van Christus haar Heere uit het oog verliest? Als Hij niet zichtbaar in onze buurt is, en er tevens zoveel zaken zijn die onze aandacht vragen, dan raakt Hij toch buiten beeld? Dan loop je toch het risico dat je Hem vergeet of dat Hij op z’n minst op een zijspoor gerangeerd wordt?
Wat betekent de afwezigheid van Christus, na Zijn hemelvaart voor de kerk? Kunnen wij nu onze gang gaan, en pakt de Heere op zeker moment Zelf wel weer de draad met ons op? Of hebben wij verantwoordelijkheid in de tussentijd? Denk aan de discipelen na Jezus’ hemelvaart. Zij gaan vanaf de Olijfberg terug naar Jeruzalem, in opperbeste stemming, met grote blijdschap, terwijl hun Heere nog maar net van hen weggegaan is naar de hemel. En wanneer ze in Jeruzalem aankomen, zijn ze voortdurend in de tempel, terwijl ze God loven en danken (Luk. 24:53). Hun leven is een leven van uiterste concentratie. Waarop? Op de belofte dat Hij spoedig zou terugkeren. Dat bepaalde hun blijdschap. Jezus zou komen, Hij zou hen dopen met de Heilige Geest.

Spanningsveld
We herkennen dat wel. Je bent met iets bezig en er gebeuren om je heen allerlei dingen die niet alleen je aandacht vragen maar ook je interesse hebben. Hoe moeilijk is het dan om je op dat ene te concentreren dat morgen klaar moet zijn.
Is het zo ook niet in het leven van de gemeente van Christus? Je concentreren op Hem, Die je leven is. Een groot spanningsveld.
Je ziet het voor je ogen gebeuren, misschien wel in je eigen leven. De betrokkenheid op de Heere ebt wat weg en steeds verder weg.
Ook Paulus ziet het in de gemeente van Kolosse gebeuren. Het kan meerdere kanten opgaan. Je komt in een wettisch leven terecht van raak niet, proef niet en raak niet aan. Of je laat alles maar lopen, en komt een heel eind op afstand en achterstand te staan.
Hoor dan het vermaan van Paulus in Kolossenzen 3:1vv: ‘Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven...’
Nee, voor Paulus is dat niet in eerste instantie een vraag, maar een weet, een werkelijkheid voor de gedoopte gemeente die tot geloof in de Heere Jezus was gekomen. De gemeente van Pasen is een Pinkstergemeente.
Horen we niet (te) vaak de opmerking ‘Hij is ook voor mij gestorven’, en te weinig ‘Jezus leeft en ik met Hem’, nog afgezien of we spreken uit een leven door de Geest? Wat is het nodig dat we ons op Christus concentreren.

Wachtenstijd
Zolang we op aarde zijn, hebben we onze verantwoordelijkheid en zullen we ons wijden aan onze taak en roeping. We kunnen niet onze zaken verwaarlozen door ons te richten op alles wat met geloof te maken heeft. Maar het gevaar ligt ook aan de andere kant op de loer, namelijk dat we opgaan in het hier en nu.
Juist door ons te concentreren op Christus Die heengegaan is en Die komt, zullen we ook steeds meer leren om hemelse dingen te bedenken. Alle aardse dingen gaan voorbij, hoe druk ik er ook mee ben. Ook kerkelijke dingen gaan voorbij, met welke ijver ik me er ook voor inzet. Inderdaad, niets is hier blijvend. Daarom richten we ons in de dingen van elke dag op dat wat Jezus ons leert, en wat Hij heeft verworven door Zijn dood. Hij deelt het uit vanuit Zijn opstanding.
Dat geeft een nieuw leven, hoeveel strijd dat ook zal geven. Hoe meer Jezus’ afwezigheid beleefd wordt, hoe meer Zijn aanwezigheid verlangd wordt. Dat tekent het christenleven in wachtenstijd.
Voor nu weten we dat Jezus ‘ons ten goede’ in de hemel is. Hij deelt overvloedig van Zijn gaven uit. Troost in het leven en om mee te sterven. Leven door de Geest van de verhoogde Heiland is een vol leven, hoewel de volheid wacht.

Ds. J. van het Goor