Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, door rivieren, zij zullen u niet overspoelen. Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden, geen vlam zal u aansteken.
Jesaja 43:1-15
Wat kan een mens het in zijn leven hard te verduren krijgen. Je zult maar geconfronteerd worden met het verlies van je man, vrouw of kind. Je zult maar te horen krijgen dat je ongeneeslijk ziek bent. Is de werkelijkheid soms niet bikkelhard?
Hoe donker was de situatie voor de Joodse ballingen in Babel. Aanvankelijk hadden ze nog hoop gehad gauw naar huis te kunnen terugkeren. Maar die hoop was spoedig de bodem ingeslagen. Ze zagen het helemaal niet meer zitten.
Maar, na verloop van ongeveer 50 jaar gebeurde er iets hoopvols. De Perzen zijn in aantocht. Het machtige Babel schudt op zijn grondvesten. Met spanning volgen de joodse ballingen de gebeurtenissen. Zou er bevrijding komen? In deze situatie kondigt de profeet Jesaja Gods volk aan, dat de verlossing nabij is. Er daagt licht in het duister.
In deze situatie klinken de woorden van Jesaja 43:2 hoopvol. Voor het alles meesleurende water van rivieren en het alles vernietigende vuur behoef je niet bang te zijn. Want, zo lijkt het, de HEERE zal het vuur blussen en het water tegenhouden, voordat het u bereikt. Toch is dat maar schijn. Want God is geen brug, die boven het kolkende water hangt. God is geen bliksemafleider, die de slagen van ons leven opvangt en onschadelijk maakt. God is geen brandverzekering, die - als er brand in ons leven uitbreekt - de schade dekt. Je vertrouwen op God stellen is er geen garantie voor, dat je geen zwaar weer in je leven zult meemaken.
Jesaja beweert ook niet, dat God het vuur wel blussen en het water tegenhouden zal, voordat het ons bereikt heeft. Ook is het niet waar, dat je niet door het water en het vuur behoeft te gaan, als God bij je is! Nee, jullie zullen door het water trekken, jullie zullen door rivieren gaan, jullie zullen door het vuur gaan! De Bijbel laat ons heel eerlijk de werkelijkheid zien, die soms erg moeilijk is. De kracht van water en vuur kan zo beklemmend zijn, allerlei problemen, de pijn, het verdriet, ze kunnen zo groot zijn, dat je je afvraagt: wat maakt het uit of ik in God geloof of niet.
Nu, dat maakt alles uit! Want God heeft ons zo lief, dat Hij met ons het water en het vuur is ingegaan. In Jezus Christus is Hij afgedaald in onze nood. Jezus Christus is door het water van Gods oordeel en het vuur van Gods heiligheid heengegaan. Daarom is Zijn naam: Immanuel, God met ons, in de watervloed en de vuurzee. Het oordeel van God over onze zonden is door Jezus Christus weggenomen uit de watervloed en de vuurzee.
Aan het kruis heeft Jezus Christus onze diepste nood opgeheven. Door het geloof in Hem mogen we vrede met God ontvangen. Daarmee worden water en vuur niet opgeheven. Ze blijven beklemmend en pijnlijk. Maar in dat alles zegt de Here: „Ik zal ook daar met u zijn, als uw Verlosser“.
Dat heeft Israël ook ervaren. God liet Zijn volk niet in de ellende van de ballingschap zitten. Hij kwam met Zijn verlossing: de uittocht uit Babel, ook al ging het daarbij door water en vuur! Die God is ook nu dezelfde en wat Hij toen deed, doet Hij nog! Hij redt, waar wij geen redding meer mogelijk achten. Hij geeft hoop, waar wij hopeloos zijn geworden. Hij houdt vast, temidden van water en vuur, temidden van problemen, lijden en nood… zelfs wanneer het sterven wordt.
Vertrouwend op deze God en Vader van Jezus Christus zult u niet voor eeuwig ondergaan in het water, noch verteerd worden door het vuur. Want Ik, de HEERE, ben met u, in het water, in het vuur.
Overgenomen van ds. P.C. de Lange uit ”De Wekker" van 8 oktober 1999