Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere, wandel als kinderen van het licht

Efeze 5:8

Paulus schrijft een brief aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus die in Efeze zijn. In deze brief schrijft hij aan hen: U was vroeger duisternis, maar nu bent u licht in de Heere. Het gaat hier dus om een toestand van vroeger: “U was duisternis” en om een toestand van nu, die daarvoor in de plaats is gekomen: “Maar nu bent u licht in de Heere.”
In die paar woorden zit het Evangelie: het goede nieuws dat God grote wonderen doet in het leven van zondaren. De Heere heeft op een wonderlijke wijze ingegrepen in het leven van deze Efeziërs die uit zichzelf niets anders dan duisternis waren. Maar Hij heeft hen tot licht gemaakt, niet in zichzelf, maar in de Heere Jezus Christus! 
Met andere woorden de verhouding tussen God en hen is totaal anders geworden. Alleen zij die in de Heere Jezus geloven, weten van deze grote tegenstelling tussen vroeger en nu. Er is een groot wonder met hen gebeurd, ze zijn niet meer wie ze vroeger waren! Paulus heeft dit zelf ook meegemaakt. Als dat niet zo was dan had hij dit niet op deze manier kunnen schrijven.

Vroeger en nu. Daartussen ligt een keerpunt: de inlijving in Christus. Als iemand in Christus is, die is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie alles is nieuw geworden. En al deze dingen zijn uit God.
Het is een bijzonder sterke uitdrukking die Paulus gebruikt. Hij zegt niet: “vroeger waren jullie in het donker, maar nu zijn jullie in het licht.” Nee, hij schrijft: Jullie waren duisternis, maar nu zijn jullie licht. Dit geldt wel van iedereen die gelooft in de Heere Jezus Christus. Iedereen tot wie de Heere persoonlijk het verlossende woord van het kruis gesproken heeft: “Het is volbracht! Ook voor u!”
Paulus heeft hier zekerheid van. Hij weet in Wie hij geloofd heeft.
Als er sprake is van vroeger en nu in ons leven dan komt dat door het geloof in de Heiland. Hij maakt ons door het geloof zeker van Gods liefde en genade.
Hij maakt ons ook zeker dat er een nieuw begin gekomen is. En daarmee ook een nieuw levensbeginsel, een nieuw uitgangspunt. Dan blijft ook de vrucht van de Heilige Geest niet uit.
Daarom zegt Paulus ook: “Wandel als kinderen van het licht.” Hij zegt dat niet tegen mensen die nog duisternis zijn, maar tegen hen die licht zijn in de Heere.
Maar wil dat dan zeggen dat alle duisternis uit hun leven verdwenen is?
Nee! Want het volmaakte is nog niet gekomen! Ook zij die geloven in de Heere Jezus zijn mensen op wie nog ontzaglijk veel is aan te merken en dat tot hun grote verdriet. Er is nog zoveel in hun leven dat niet deugd. Iedere dag opnieuw doen zij alleen een beroep op Gods genade en vergeving door het bloed van Christus.

Er is van Godswege een scherpe scheiding gemaakt tussen vroeger en nu. En de Heere Jezus Christus blijft in leven en sterven blijft hun troost, hun houvast en hun onwankelbare steun. Dat weten ze. Niets zal hen scheiden van de liefde van God in Christus. Maar ze weten ook, zoals Paulus het zo goed wist: “Ik ellendig mens.” Deze twee kanten blijven ons leven lang. De tegenstelling verdwijnt pas als de loop voleindigd is, de strijd gestreden is en zij het geloof behouden hebben. Dan wordt voor al Gods kinderen de scheiding tussen vroeger een nu een absolute scheiding, wanneer het geloof in aanschouwen mag overgaan en het zonder verstoring genieten van God, de kroon zal zetten op het werk van Gods genade.

Bewerkt naar een meditatie uit “De Wartburg” Luthers Weekblad uit 1938.